Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

dinsdag 27 maart 2007

4. Vooruitgang?

Wat zijn de bezwaren tegen denken over levenskunst, religie en levensbeschouwing in termen van vooruitgang? En wat spreekt er vóór?

maandag 26 maart 2007

Ora-kélen # 185

Op haar paasheuvel
Schuierend tussen de meeldraden
Vond ik zowaar een portemonnee
Rijk gevuld met niets dan
Parelmoeren schoenlepels
En een overmacht aan zeepjes
Wie kon mij helpen liplezen
Zelfs de houten klerenkast
Stond er bij alsof ik zojuist
De telefoon had opgenomen

dinsdag 20 maart 2007

3. QUO VADIS?

Quo vadis? – Waarheen gaat gij? Volgens de legende vroeg de uit Rome vluchtende Petrus dit aan Christus, die hij op zijn vlucht ontmoette. Ter herinnering aan deze ontmoeting werd aan de Via Appia het Quo-vadis-kerkje gebouwd. (Prisma Latijns Citatenboek)

Heeft religie behalve een verleden ook toekomst? Veel seculieren menen van niet. Zij gaan ervan uit dat religie een stadium in de menselijke ontwikkeling is dat we uiteindelijk zullen overstijgen. Zowel de voorvechters van de Franse als de Russische Revolutie meenden bij te dragen aan die overstijging. Ook onder de ‘revolutionairen’ in de jaren ’60 en ’70 waren er velen die meenden dan religie haar langste tijd had gehad.

Ondertussen is er sprake van een ‘return of the sacred’. Godsdienst is volop aanwezig in de internationale politieke arena. Denk aan het Amerika van Bush en de strijdende partijen in het Midden-Oosten. Het einde van de traditionele godsdiensten is eerder een kwestie van hoop gebleken dan een naderende realiteit. Alleen in Europa heeft het secularisme de afgelopen halve eeuw aan invloed gewonnen. Het blijkt evenwel een eiland in een wereld die wederom, of nog steeds, religie omarmt. Bovendien, ook al voert in Europa secularisme cultureel de boventoon, dat betekent niet dat de traditionele religies zijn verdwenen. Grote groepen in de samenleving bekennen zich nog steeds tot religie. En ook in onze beschavingsruimte zijn tekenen te bespeuren van een nieuw religieus elan.

De vraag is: betekent de wederopleving van religie een herstel van een vroeger paradigma, of is er ook iets veranderd? Anders gezegd: is religie een stabiel fenomeen met vaste coördinaten, of is er sprake van ontwikkeling?

Ooit volgde ik een college over de geschiedenis van de hindoeïstische cultuur en religie. In lang vervlogen tijden functioneerde de tempel in India als het centrum van het gemeenschapsleven, niet alleen voor zaken die wij nu als religieus zouden aanmerken, maar ook voor culturele en politieke activiteiten. Er werd vergaderd over van alles wat de gemeenschap aanging. Ook was er ruimte voor dans, muziek en theaterachtige voorstellingen. Kortom, de tempel als multifunctionele plek van samenkomst. Al de activiteiten in en rond dit almachtige gemeenschapshuis stonden toen in het teken van religie.

Er is ondertussen het een en ander veranderd. Er heeft niet alleen een delocalisering plaatsgevonden van tal van activiteiten, maar ook een desacralisering: politieke en culturele activiteiten hebben zich losgemaakt uit de sfeer van de tempel en zijn een zelfstandig bestaan gaan leiden, letterlijk op een andere plek en met een eigen functie.

Eenzelfde proces heeft zich in Europa voltrokken. Ook wij associëren het meeste van wat ooit in en rond een kerk gebeurde niet meer met religie. In de Middeleeuwen vervulde de kerk een heel scala aan functies. De kerk als brandpunt voor scholing, beeldende kunst en muziek. Voor de gelovige en met name voor de pelgrim - de (religieuze) toerist van toen -, was er op tal van belangrijke halteplaatsen volop vermaak, in en rondom de kerk. Zoals het bezichtigen van relikwieën, uitgebeelde heiligengeschiedenissen, religieuze pronkstukken, het bezoeken van toneelvoorstellingen, en natuurlijk het ritueel van de heilige mis. Als je geschoold en vermaakt wilde worden moest je naar de kerk.

In de loop der eeuwen is de christelijk kerk tal van activiteiten en functies kwijtgeraakt. Zij is meer en meer de plek geworden voor wat wij nu als geloofsbeleving aanduiden. De meeste kerken zijn slechts open voor erediensten op zondag, – een uiterst schaarse benutting van zulke prachtige ruimtes!

Kennelijk gaf religie vroeger onderdak aan een veelvoud aan activiteiten en functies die wij niet langer associëren met religie. (Een soortgelijk proces kan worden beschreven wat betreft filosofie en kunst.) Is religie in dit proces hetzelfde gebleven, slechts uitgekleed tot op haar ‘kerntaak’ of ‘wezen’, met achterlating van wat nooit echt religieus is geweest? Of is religie als cultureel en maatschappelijk verschijnsel wel degelijk veranderd in dit proces van afslanken en specialisatie?

Denkend aan religie met toekomst is de vraag: waar zal deze ontwikkeling heengaan? Wat blijft er over voor religie? Wat zal haar plek in het leven blijken te zijn? Blijft er überhaupt een taak over voor religie?

De ‘dolle mens’ van Nietzsche speelde, nadat hij de ‘dood van God’ had afgekondigd, in kerken zijn ‘Requiem aeternam deo’. Ter verantwoording geroepen antwoordde hij: ‘Wat zijn die kerken dan nog als ze niet de grafkelders en grafmonumenten zijn van God?’ Dit beeld van Nietzsche laat niets te raden over, maar hoe staat het met de profetische gaven van deze ‘dolle mens’?

Hoe lang zal de mensheid blijven leven met goden van enkele duizenden jaren oud? De geschiedenis leert dat wat ooit is ontstaan ook weer zal vergaan. Dat gold voor culturen en beschavingen; zij moesten plaats maken voor andere, vernieuwde versies. Hetzelfde geldt voor de evolutie van het leven; de meeste soorten in flora en fauna die ooit hebben geleefd, zijn nu uitgestorven; zij werden vervangen of verdrongen door soorten met aangepaste overlevingskansen, d.w.z. beter aangepast aan veranderde omstandigheden, - ook biotopen veranderen. Zal dat ook opgaan voor religies?

Wanneer we ervan uitgaan dat religie niet maar een tussenstadium is, maar horend bij menszijn, waarheen zal zij zich dan ontwikkelen? Zullen ook de bestaande religies te maken krijgen met vernieuwing en generatiewisseling? En kun je in dat proces spreken van ‘vooruitgang’?

vrijdag 16 maart 2007

Ora-kélen # 175

(‘Ora-kélen’: serie gedichtjes ter ontzinning en ontruiming van het gemoed)

Geheime mannendingen
Heuvelen in de oneindigheid
Dreutelen alsmaar rond op zoek
Keutelen hier en daar hun ding
Hun aanhangwagen handbediend
Of in sneltreinvaart bewapend
Let maar niet op het zwatelen
Van de gemeubileerde bruldoos te paard
Want de thee blijft stromen
Ook al zou je het vuur uitzetten
Tot in de oneindigheid en de bediening
Onthoofden voor de gelegenheid
Alles blijft hetzelfde eender
Zoals de Grote Koffiezetter die als
Maar eikels te verwerken krijgt
En tenslotte zich begeeft in de uiter
Waarden van het heelal in wanhoop
Over zoveel waanzee niets
Maar dan ook niets is bestand
Tegen geheime mannendingen

vrijdag 9 maart 2007

2. De vraag naar religie (in verband met levenskunst)

Waarom religie? Wat heeft religie met levenskunst te maken?

(Vraag)stelling:
Levenskunst is een seculier antwoord op existentiële vragen die óók (maar niet alleen) in de diverse religies worden gesteld. Zoals: hoe te leven? Waaraan je te oriënteren? Heeft menselijk leven een doel? Wat is een zinvol leven?
Levenskunst is populair, evenals filosofie. Hoe komt dat? Een van de redenen is wellicht dat de antwoorden van de traditionele religies (m.n. het christendom) voor velen ongeloofwaardig zijn geworden, maar dat de vragen blijven bestaan. De filosofie, als oefening in onvanzelfsprekendheid, als de discipline van het bevragen van gevestigde antwoorden, wordt dan aantrekkelijk. Naast vragen biedt haar rijke geschiedenis tegelijkertijd ook een meerkeuzepakket aan antwoorden op tal van vragen, inclusief existentiële. En dit alles in een kritische, onderzoekende geest.
De laatste decennia (her)ontdekken we dat er ook zoiets heeft bestaan als een ‘filosofie van de levenskunst’. Met name in de Oudheid, toen wijsbegeerte vóór alles een manier van leven was. Maar ook later vindt men bij wijsgeren interessante opvattingen over het goede leven.
En niet zonder succes. Levenskunst blijkt een gewild onderwerp in de hedendaagse filosofische literatuur. Boekhandels doen er goede zaken mee. Ook cursussen en lezingen over dit onderwerp trekken de aandacht van een breed publiek. Filosofie van de levenskunst belooft, liefst in alledaagse taal, thema’s aan de orde te stellen waar men reeds eeuwen over heeft nagedacht. Vaak worden meerdere opvattingen naast elkaar gepresenteerd. Aldus draagt zij bij aan het rijke assortiment in de huidige spirituele supermarkt. Iedereen kan er naar smaak en behoefte uithalen en combineren naar eigen goeddunken.
Niets mis met zo’n aanbod, lijkt mij. Vraag is: wat doe je ermee in je dagelijks leven? Hoe maak je levenskunstige wijsheden praktisch? Zoals zo vaak in filosofie lijkt het bij mooie gedachten te blijven. Is dat voldoende? Wanneer levenskunst beperkt blijft tot (het consumeren van) levensopvattingen, tot een scala aan zienswijzen, loopt zij dan niet het risico denkbeeldig te blijven, een hersenschim en meer niet? Een schone gedachte zonder consequenties voor de praktijk van alledag. En is dat niet in tegenspraak met het hele concept van levenskunst? Zal zij dan niet een zwaktebod blijven in het koor van leef- en denkwijzen?
Met de nieuwe bloei die traditionele religies heden ten dage doormaken, dreigt de seculiere levensstijl achter te blijven, indien levenskunst boekenwijsheid blijft.

Hypothese:
De ontmoeting met religie zou de filosofie van de levenskunst kunnen verrijken. Als seculier ben ik geneigd om mij verre te houden van religie, - hooguit interessant om filosofische, esthetische of toeristische redenen. Maar is dat terecht? Religie is meer dan een levensopvatting; zij is ook: praktijken, rituelen, geestelijke oefeningen, kortom: een meervoudige vorm ter cultivering van een levenshouding. Levenskunst zou hiervan kunnen leren, wil zij niet blijven steken in mooie woorden.
Anders gezegd: wat gebeurt er wanneer we levenskunst opvatten als een seculiere religie? Op welke bezwaren stuiten we dan? En ook welke mogelijkheden openen zich met het serieus nemen van het fenomeen ‘religie’? Aangenomen dat dit een interessante hypothese is, wat is dan het kind van de religie dat we niet met het badwater van de secularisering moeten weggooien? Wat zou levenskunst van religie kunnen opsteken, om uit te groeien tot een volwaardig alternatief in het veld van leef- en denkwijzen?

Onderzoek:
Om deze hypothese te onderzoeken, zouden we het concept ‘religie’ nader moeten bekijken. Wat er onder te verstaan? Waar staat religie voor? Over wat voor fenomeen hebben we het?

Invalshoek:
Om het concept ‘religie’ te onderzoeken, zou ik willen kijken, niet naar het object van aandacht, toewijding of aanbidding (een god bijvoorbeeld, een verlosser of een heilige tekst), maar naar de vragen, behoeften en verlangens die aan dit fenomeen ten grondslag liggen. Vóór alles de menselijke kant dus: wat verwachten wij mensen van religie? Waarom is het een algemeen menselijk verschijnsel? Hoe komt het dat op deze aardkloot alleen mensen religie kennen? Wat zegt dat over menszijn?

Toelichting:
Een populaire gemeenplaats zegt dat het in alle religies om hetzelfde gaat, dat eigenlijk overal dezelfde God wordt aanbeden, ook al heet hij anders en heeft hij zich geopenbaard in andersluidende heilige teksten, en dat alle religies een gezamenlijk doel nastreven, ondanks schijnbare verschillen. Ik heb dit altijd een bizarre opvatting gevonden. Waarom bestrijdt men elkaar dan in naam van dezelfde God? Waarom verdedigt men dan zo krampachtig de eigen weg, wanneer het om hetzelfde doel zou gaan? Waarom probeert men dan andersdenkenden te overtuigen van het eigen gelijk, of voelt men zich superieur aan hen?
Bovendien, er zijn religies, zoals het hindoeïsme, waarin goden een totaal andere status en functie hebben dan in de monotheïstische religies. En: er zijn religies, zoals het boeddhisme, waarin goden geen of nauwelijks een rol spelen. Gaat het allen desondanks om hetzelfde?
Wat te denken van het feit dat religies in het scala aan mogelijke waarden en deugden geheel verschillende nadrukken leggen? Het belang bijvoorbeeld dat in de katholieke kerk wordt gehecht aan kuisheid en celibaat wordt zeker niet gedeeld door alle religies. Hetzelfde geldt voor het pacifisme dat Jezus predikte: sporen alle religies aan tot het tonen van de andere wang? Of neem het niet-doden van dieren, zoals dat hoog staat aangeschreven in het boeddhisme: is dat gemeengoed?
Als dit geen voorbeelden zijn van gemeenschappelijke waarden en deugden, wat dan wel? Dat men vreedzaam wil samenleven? Maar met wie dan? Ik ben er niet van overtuigd dat de bestaande religies er allemaal op uit zijn om in vrede samen te leven met andersdenkenden.
Wat betekent het om te zeggen dat het in alle religies om hetzelfde gaat en dat allen dezelfde God aanbidden? Wel, het betekent vooral een wens. Een nobele wens, wellicht, van mensen met goede bedoelingen, maar de nobelheid van wens en bedoelingen verwijst in de eerste plaats naar de wenser, en niet naar een gezamenlijk ‘Rome’, waarheen al de verschillende religies zouden leiden.
Is er dan niets gemeenschappelijks in religies? Jawel, dat gemeenschappelijke bevindt zich evenwel niet aan de objectzijde, maar aan de subjectzijde, aan de kant van de mens, degene die zich vragen stelt, behoeften heeft en verlangens, welke door religie worden geadresseerd. In de manier waarop religies dat doen, verschillen zij juist.

maandag 5 maart 2007

Voilà, een gedichtje ter ere van de geboorte van mijn zoontje:

Broem broem
M’n lief heeft een zwembad in haar buik
En borsten als feestballonnen
Broem broem
Een zachte vreemdeling komt eraan
Een boefje met geboonte van verre
En een eitje in zijn hoofd
Broem broem
Dag piepjonge knorrebeer
Dag almachtig schreeuwbolletje
Konijnenzacht molletje
Broem broem broem

donderdag 1 maart 2007

1. Niets tegen religie, maar de mensheid verdient betere

Ik droom van nieuwe ademruimte en hoop voor de toekomst, met vitale culturen, samenwerking en een levenliefhebbende mentaliteit. Ik droom van een vernieuwing in levensbeschouwing wereldwijd die ons bevrijdt van veel onnodige ellende en geestelijke verkramping. Ik droom van nieuwe visies op samenleven die ontmenselijkende ideologieën krachteloos en onbetekenend zullen maken. Ik droom van religies die de aarde liefhebben en al wat leeft, in plaats van haar op te offeren aan een paradijs elders. Het einde van religies is een seculiere utopie gebleken; het is beter om de behoefte eraan serieus te nemen. We hebben er weer volop mee te maken, en dat zal voorlopig niet minder worden. Later we er dan ook iets van maken!

Ik droom van een filosofie die opnieuw levenskunstig gestemd is, maar dit maal zonder het lichaam in de vergetelheid te doen. Hoe ascetisch dachten niet de meeste filosofen, ook reeds in de Oudheid, om van later maar te zwijgen! Alsof het geestelijke leven ten koste van al het andere moest worden gecultiveerd. Laten we de aarde bewonen in plaats van het Zijn of het Niets dan geestelijkheid. Ik droom van een filosofie die zich inzet voor een bloeiend leven, zowel persoonlijk als cultureel en maatschappelijk. Laten we het denken ballen geven en andere genitalia, opdat de hersenen niet langer een Alleingang gaan.

Ik droom van een nieuwe generatie religies die ons eindelijk zal verlossen van haar premoderne voorgangers. Ik droom van het irrelevant worden van godsdienstige ideologieën. Zij verpesten de huidige wereld met buitensporig geweld, polariseren, staan meervoudig samenleven in de weg, ja werken het tegen. Zij rechtvaardigen oorlogen en gewelddadigheden en blokkeren menswaardige oplossingen voor conflicten. Natuurlijk, er is meer aan de hand, maar dat neemt niet weg dat de traditionele godsdiensten een belangrijke bron van inspiratie en legitimatie zijn voor tal van conflicten in de wereld.

Ik droom van religies die niet langer de archaïsche taal spreken van versteende mythen en legenden, maar recht doen aan een levend, modern bewustzijn. Soms zou ik willen dat ik de taal der heilige teksten niet verstond, zo zéér doen zij aan het gezonde verstand. Ze infantiliseren, helaas, in plaats van te verheffen. Dat moet toch beter kunnen ondertussen!

Inderdaad, ik droom van een verschrompeling van aloude religieuze wereldmachten, met name de monotheïstische. Zoals eerder gebeurd is met de Val van de Muur in ‘89: de Sovjetmacht stortte in, zij verloor haar geloofwaardigheid, boezemde geen vrees meer in; haar ideologische macht verpieterde. Een wereld die tot dan toe in tweeën was gesplitst verloor haar polariteit. De tegenstelling verdampte simpelweg; we kunnen ons nauwelijks nog voorstellen dat zij bestaan heeft. Europese volkeren die militair, politiek en economisch tegenover elkaar hadden gestaan, kregen de gelegenheid om samen te gaan werken, - hetgeen uiteindelijk ook is gelukt!

Zo zou ik willen dat de wereld verlost wordt van de geloofwaardigheid van traditionele godsdiensten. Doordat er iets anders voor in de plaats komt, iets met aansprekender credentials en een nieuwe diepgang, beter passend bij deze tijd, bij de huidige omstandigheden, bij problemen en uitdagingen waarvoor we ons nu en in de nabije toekomst gesteld zien. Religies die op andere gedachten brengen dan bovenaardsheid en geloofspartijdigheid. Religies die andersdenkenden verwelkomen, om ervan te leren, in plaats van ze te verketteren, of zelfs te vermoorden. De wereld zal niet zonder problemen en conflicten zijn (liever niet); ze zullen evenwel anders worden opgelost. Daarvoor is een generatiewisseling nodig in levensvisie, in wereldbeschouwing, en met name in religie.

Ooit geloofden we in godenrijken die werden bevolkt door Freyja en Jupiter, door Aphrodite en Osiris. Zij werden onbetekenend in het licht van nieuwe goden. Dat is ondertussen enkele millennia geleden. De geboorte van de jongste wereldgodsdienst dateert van ruim 1400 jaar geleden, ver vóór de moderne tijd. Moeten we blijven leven met deze tussentijdse uitvindingen? Wordt het niet tijd voor een update in religieus bewustzijn, in plaats van vast te houden aan heilsboodschappen, verhalen en voorstellingen die ooit wellicht een emancipatorische werking hadden, maar ondertussen eerder geschikt zijn voor sprookjesgeloof, schriftuurlijke gymnastiek en mensonwaardige volgzaamheid? Religie zal niet verdwijnen; zij dient te worden vernieuwd. De traditionele religies hebben hun tijd gehad; fundamentalismen verlangen terug naar wat voorbij is. Om afscheid te kunnen nemen zijn evenwel alternatieven nodig. Die lijken nu nog niet voorhanden. Maar goed, wat niet is kan nog komen! Wat te denken van een seculiere religie (of meerdere)?

Ik zou willen onderzoeken in hoeverre deze dromen realiseerbaar zijn en in welk opzicht utopisch, en waarom dat dan is: wat zegt het over menszijn en over de potenties van (culturele) evolutie? Ik zou filosofie willen inzetten om nieuwe opties te onderzoeken op hun wenselijkheid en op hun vooruitzicht op een bloeiend leven. Zij dient dan wel, als onderzoeksinstrument, levenslustig gestemd te worden, om niet te vervallen in de aloude vertogen waar we nu juist afscheid van willen nemen. Ook de filosofie heeft een verleden dat te wensen overlaat.

Ik zal mijn levensgeluk niet laten afhangen van het al dan niet verwerkelijken van dromen, daarvoor is me het leven te lief. Wel wil ik bijdragen aan een optimaal leefbare toekomst. Voor zover mogelijk. En wil iets mogelijk zijn, dan moeten we eerst de mogelijkheid zien en denkbaar maken. Wellicht helpt dromen daarbij. Laten we het aankijken en onderzoeken!