Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

dinsdag 21 oktober 2008

db’s (vanaf 21 oktober 2008)

.
21 oktober

Woensdag een week geleden zag ik twee documentaires achter elkaar over verschillende, doch verwante onderwerpen: seksueel misbruik van kinderen door katholieke priesters in de VS en het lot van vrouwen in een polygame situatie in een Iraans dorp. Ik kon me voorstellen dat je ter plekke fel antireligieus en feministisch wordt bij het zien van deze films.

Het ging om de volgende documentaires:
. Deliver us from evil. Documentaire van Amy Berg over pedofilie in de schoot van de Amerikaanse katholieke kerk. De centrale figuur in de film is priester Oliver O’Grady, een man die dertig jaar lang kinderen misbruikte. Enkele van zijn slachtoffers en hun ouders brengen een moedige getuigenis over wat hen overkomen is en hoe ze na al die jaren nog dagelijks leven met de herinnering aan de pijnlijke gebeurtenissen van toen. (Gezien op Canvas)
En:
. Four wives, one man. Documentaire door Nahid Persson. Een Iraanse boer, Heda, is met vier vrouwen getrouwd, al zijn de vrouwen daar niet echt blij mee. Ze voelen zich zowel gevangen als verlaten door hun man. Ze wonen met hun twintig kinderen en schoonmoeder allen samen in een klein Iraans dorp. In de film zien we hoe de boer op zoek gaat naar vrouw nummer vijf. (Gezien bij VPRO’s import)

Enkele opmerkingen:
De twee mannelijke hoofdpersonen waren wellicht uitzonderlijk in hun perversie en egocentrische willekeur, maar toch; zij kregen ook de kans om zich volledig uit te leven. Hen werd geen strobreed in de weg gelegd. Religie en politiek speelden daarin een rol.

Religie
In het eerste geval is er de ascetische, anti-seks houding van de katholieke kerk, welke zich vertaalt in de tegennatuurlijke eis van celibaat voor priesters. Aangezien seksualiteit een niet te onderdrukken drift blijkt, komt zij alsnog te voorschijn, maar dan in perverse en buitengewoon schadelijke vorm. Slachtoffers bleken er decennia later nog last van te hebben. De hoofdpersonen in de documentaire wisten geen normaal liefdesleven te kunnen opbouwen. (Hoe is het mogelijk dat een eeuwenoud religieus instituut als de katholieke kerk nog steeds niet de wijsheid heeft verworven om de link te zien tussen celibaat en seksuele misstanden? Hoe kan zij blijven vasthouden aan een tegennatuurlijke mensopvatting? Of is die starheid misschien het gevolg van het hebben van een dergelijke opvatting...)
Verder is er de opvatting van de kerk over zichzelf, als middelaar, gelieerd aan een opvatting over het bovennatuurlijke, als oorsprong en locatie van heil. De kerkelijke hiërarchie ontleent haar gezag top-down aan de rol die de kerk meent te spelen in de relatie met God en in de heilsgeschiedenis, inclusief uitleg van heilige geschriften. Hierdoor krijgen kerkelijke figuren bovenmenselijke autoriteit toegekend, en zijn het oordeel en het imago van een bisschop (‘bella figura’) belangrijker dan het wedervaren van de gewone gelovige. De geile heiligheid van een priester die zich vergrijpt aan tientallen kinderen wordt dan voor lief genomen en zo goed als het gaat weggemoffeld. Weliswaar geldt het onmenselijke dogma van de onfeilbaarheid alleen de paus, maar het straalt af op zijn directe dienaren. Zoals een vader zei in de documentaire: ik had onmiddellijk wel mijn twijfels, maar meende dat ze niet waar konden zijn.
In het tweede geval wordt de drifthuishouding anders gereguleerd: geen verbod of afkeuring, maar een privilegering van de mannelijke seksualiteit, gelegitimeerd door Koranteksten en door het leven van de belangrijkste moslim, als voorbeeldige primus inter pares: de profeet Mohammed. (Wat zou er zijn gebeurd als Mohammed biseksueel was geweest? Wat voor een relatieleven zou dan in zwang zijn geraakt in de islamitische cultuur?) In de documentaire was nauwelijks sprake van een referentie aan religieuze aangelegenheden, behalve een tekst uit de Koran aan het begin, plus enkele noodkreten van ongelukkige vrouwen richting de almachtige en rechtvaardige Allah. De schaarse aanwezigheid van deze referenties was evenwel tegelijk betekenisvol, zeker in een door en door religieus land als Iran: het hebben van vier vrouwen is kennelijk geheel normaal en religieus gelegitimeerd.

Politiek & economie
Buiten de religieuze dimensie lieten de documentaires het belang zien van niet-religieuze factoren, althans, in zoverre die los van elkaar kunnen functioneren.
Zonder een krachtige, onafhankelijke civiele rechtsorde zou de katholieke kerk machtig genoeg zijn geweest om seksuele misstanden binnen de kerk ‘onder de pet’ te houden, zoals zij dat wellicht eeuwen heeft kunnen doen. Ondanks de macht van de kerk over haar gelovigen is het met een sterke, a-kerkelijke rechtsorde mogelijk om binnen de kerk heersend onrecht en misdadigheid aan de kaak te stellen. Een scheiding tussen kerk en staat blijkt zo gek nog niet.
En wat de ongelukkige echtgenotes betreft die door hun man als neukvee en baarmoederlijke koopwaar werden behandeld: zij zouden allang aan hun situatie zijn ontsnapt (zoals ze zelf aangaven) wanneer zij niet veroordeeld waren tot blijven. In de huidige omstandigheden echter zouden ze buiten dat huwelijk geen leven hebben, geen kans op een eigen bestaan (zeker met kinderen), gedoemd tot armoede en verachting. Zonder een politiek van gelijke kansen, rechtsbescherming en een minimale welvaart blijft het patriarchaat oppermachtig, simpelweg door alternatieven onmogelijk te houden.

Wel, alle reden dus om het referentiekader van beide religies grondig te herzien, of beter nog: te vervangen. Tegelijk blijken politieke en economische veranderingen nodig om de kans op een menswaardig bestaan te vergroten en om misstanden te kunnen aanpakken. Ik zal mij met het eerste bezig houden, maar wil het tweede niet vergeten. Sommigen willen zich met religie niet bemoeien, omdat politiek en economie veel belangrijker, want basaler zouden zijn; religie zou een louter persoonlijke aangelegenheid zijn. De documentaires laten zien dat politiek en economie weliswaar belangrijk zijn, maar dat het naïef is om religie te willen parkeren in de afzondering van het persoonlijke. Nog steeds (en misschien wel altijd) zal religie een niet te verwaarlozen impact hebben op het wel en wee van mensen, zowel individueel als collectief. Ideeën blijken oppermachtig, zij het niet almachtig. Het komt er op aan de wereld te veranderen door andere interpretaties mogelijk te maken, - om de eenzijdigheid van Marx te corrigeren.

vrijdag 10 oktober 2008

Intermezzo: Post-metafysisch?

.
Denken over religie brengt al snel op het spoor van metafysica, - althans, traditioneel gesproken. Zit metafysica vast aan oude, premoderne levensopvattingen? Wanneer je denkt aan religies met toekomst, aan de mogelijkheid van een nieuwe generatie religies, is een metafysica dan nog relevant? Kunnen we beter zonder?
Het na-19de eeuwse denken lijkt afscheid te hebben genomen van metafysica. Zij zou achterhaald of onnodig zijn. Zij zou zich bezig houden met onkenbare kwesties (Kant). Maar is dat niet een te gemakkelijke conclusie?
Wanneer we metafysica identificeren met haar belangrijkste vertegenwoordigers uit het verleden, om te beginnen Aristoteles, tot en met Hegel en Schopenhauer, dan is dat wellicht voorstelbaar. Maar sinds wanneer vallen ‘wezen’ en ‘verschijningsvorm’ met elkaar samen in filosofie?
De meeste kritiek betreft de ‘objecten’ van het metafysische denken (het Ene, God, het Absolute, het Zijn e.d.). Maar wat als we kijken naar de subjectkant?
Wat voor soort vragen, behoeften en verlangens werden door metafysica geadresseerd, en zijn die dan niet meer de onze?
Is bijvoorbeeld de vraag naar rechtvaardiging van een bepaald standpunt niet reeds een metafysische vraag? Waarom denk ik gelijk te hebben? Wat veronderstel ik dan? En: waarom wil ik gelijk hebben? Wat staat er op het spel?
Doorgaans wordt metafysica voorgesteld als betrekking hebbend op de meest fundamentele aspecten van de werkelijkheid. De vraag is: waarom zouden we daar over nadenken? Waarom zouden we naar fundamenten vragen? Welke behoefte, welk verlangen, welke ervaring doet de metafysische vraag stellen?
(Zoals bij alles in het huidige Europa is een revitalisering mogelijk van filosofie, inclusief metafysica, wanneer zij zich laat verwarren en bevruchten door globalisering, m.n. Aziatisch. Ik denk aan boeddhisme, taoïsme en zen. Deze ontmoeting zal in staat stellen om op een diepgaande wijze de eigen aannames onvanzelfsprekend te maken en te transformeren.)