Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

woensdag 25 november 2015

Doe je voordeel met Swaab-gezeur en andere vormen van neuro-gebabbel!


Misschien ben je bekend met discussies waarin iemand een punt probeert te maken met behulp van ‘spiegelneuronen’, het ‘prefrontale kwab’-gebeuren, de ‘plasticiteit van de hersenen’, etc. Grote kans dat dan ook de naam ‘Swaab’ valt. Menigeen knikt vervolgens vagelijk, want ja, wat valt er in te brengen tegen onderzoek naar onze hoogste kostbaarheid, het brein?

Volgens onderzoek (zie bijgaand artikel) is de overtuigingskracht van neuro-argumenten groot, ook wanneer er nauwelijks iets wordt beweerd dat hout snijdt. Wie graag wil winnen of indruk wil maken in discussies, doet er dus goed aan om een aantal neurologisch aandoende argumenten in te studeren. Grote kans op succes!

Een aanrader is dan om zich te verdiepen in Swaab. Zijn boek ‘Wij zijn ons brein’ biedt tal van neuro-weetjes, en al lezende leer je tegelijk hoe je met die weetjes een discussie kunt manipuleren. Swaab is er namelijk zelf een meester in. Het boek is dus ook een uitstekend oefenboek voor neuro-babbelende retorica.

Waarom noem ik het ‘Swaab-gezeur’?
Kort gezegd heeft het voor mij twee kanten: enerzijds het verhaal van Swaab zelf en anderzijds dat wat anderen ermee doen.

Wat het eerste betreft: in een leesgroep heb ik enkele jaren geleden ‘Wij zijn ons brein’ zorgvuldig gelezen, en ik kan niet anders dan concluderen dat het een van de meest overschatte boeken van de laatste decennia is.
Het sterke punt van het boek is dat Swaab een aantal bevindingen uit de neurologie bij elkaar zet. Als hij het daarbij had gelaten, dan zou dat een aardig werkje hebben opgeleverd, waarin op populaire wijze de stand van een zich snel ontwikkelende wetenschap voor het voetlicht zou zijn gebracht.
Maar helaas, Swaab laat het daar niet bij. Hij springt naar allerlei conclusies, die op basis van het wetenschappelijk materiaal allerminst getrokken kunnen worden. Dat blijkt zowel in het beeld van de mens dat Swaab schetst (‘wij zijn ons brein’), als ook in de cultureel-maatschappelijke en politieke suggesties die hij doet, en dat alles zonder wetenschappelijke terughoudendheid (maar wel met het aura van een wetenschapper) en zonder filosofische reflectie op wat hij beweert (terwijl hij wel vergaande uitspraken doet). En dan heb ik het nog niet over de denkslordigheden.
Al met al is het een intellectueel zwak begaafd boek, en een schande dat er zo lovend over wordt gedaan. (Bert Keizer, bijvoorbeeld, noemde het een ‘geniaal boek’; wel, hij moet dit hebben gezegd in een vlaag van verstandsverbijstering of uit bedenkelijke vleierij.)

De andere kant van ‘Swaab-gezeur’ is dat enorm veel mensen aan de haal zijn gegaan met het boek, zoals me is gebleken in cursussen etc die ik gaf. Deelnemers kwamen te pas en te onpas met verwijzingen naar Swaab. En als ik dan doorvroeg, dan bleef de reactie hangen in vage kreten, vergelijkbaar met het gebabbel waarnaar in het artikel wordt verwezen.
Vermoedelijk had men het boek wel in de kast staan, maar niet of nauwelijks gelezen. En als men het wel gelezen had, dan kennelijk met het resultaat dat men tamelijk kritiekloos de conclusies van het boek had geaccepteerd, - hetgeen niet echt tot zijn of haar voordeel strekt...

Ik wil niet beweren dat neurologisch onderzoek onzin is of dat we er niets van kunnen leren. Het gaat me om het gebruik van neurologische (pseudo-)argumenten in discussies, en om de neiging om vergaande conclusies (over menszijn, bewustzijn, etc) te trekken uit neurologisch onderzoek. Dit laatste zullen (serieuze) wetenschappers niet zo snel doen, of zij geven aan dat het niet zo simpel ligt en komen met een genuanceerd betoog. (Ik denk aan het werk van neurowetenschappers als Damasio, Noë, Nelson e.a.) Het hoort wellicht bij het metier van de snelle schrijvers voor kranten en tijdschriften om die terughoudendheid of nuances over te slaan, geholpen door boeken met het kaliber van ‘Wij zijn ons brein’. Helaas hebben hun schrijfsels meer invloed dan die van wetenschappers.

Anyway, het geval Swaab is in de Nederlandse context een uitstekende illustratie van neurogebabbel en de kritiekloze populariteit van (pseudo-)neurologische argumenten.



Noot:
. Artikel van Jules Montague in the Guardian, 5-5-2015: ‘How to win any argument: pseudo-scientific neuro-gibberish’