db (vanaf 8 juni)
15 augustus 2008
Ondertussen heeft de verbeelding toegeslagen bij zoonlief. Waar hij eerder alleen maar ‘Harrie’ genoemd wilde worden, stelt hij zichzelf nu vaak voor als poes, als Bob de Bouwer, als krokodil, met bijbehorende geluiden en gedragingen.
Waren eerder dieren en molens zijn alfa en omega, op dit moment draait veel om hijskranen. Hij ziet ze overal staan, wil zien wat ze doen, bouwt ze in lego, etc.
Heerlijk om hem de wereld uit de doeken te doen. Zoals de werking van slagbomen. Zeker wanneer er net een schip aankomt en de brug open moet.
Zijn geheugen is fenomenaal. De hoeveelheid liedjes die hij ondertussen weet te zingen is enorm. En hij weet vaak precies wat er gebeurd is of te zien was, als ik hem een plek noem waar we geweest zijn, ook al is het enkele maanden geleden.
Werken heeft voor hem gelukkig nog iets raadselachtigs. Wanneer mijn vriendin of ik zeggen dat we gaan werken, kan hij zich nog slecht voorstellen wat dat is. Of hij wil mee. Als hij een hijskraan bezig ziet, heet het dat hij ‘speelt’, of niet, wanneer het ding niet beweegt. Heerlijk als werken nog spelen heet!
Waarvan ik leer is: het gemak waarmee hij iets opbouwt en ook weer afbreekt. Soms is het bijzonder of ingenieus wat hij maakt in lego of met blokjes, maar dat leidt niet tot de neiging om het te bewaren. En als een constructie kapot gaat, wordt het vervolgens weer iets anders, met het grootste gemak. Geen hechting (nog).
1 juli 2008
Afgelopen week filosofische zomerweek begeleid in Artigues (Zuid-Frankrijk).
Titel van de cursus: ‘Verlangen, enthousiasme, passie & woede. Hun betekenis voor levenskunst.’ We onderzochten de drijvende krachten voor levenskunst. Centraal stond hartstocht, in verschillende gedaanten.
Het was een geweldige week. Acht deelnemers, allemaal heel verschillend en dat werkte uitstekend. Het was de hele week mooi weer. ’s Middags konden we dus in de zon aan het zwembadje liggen. Zoals gebruikelijk in deze zomercursussen hadden per dag twee deelnemers de beurt om het avondeten voor de hele groep klaar te maken, - hetgeen weer tot heerlijke maaltijden leidde. We hadden weinig last van de Oranjekoorts; het Nederlandse voetbalteam werd al snel uitgeschakeld.
Aangezien het de eerste keer was dat ik deze cursus gaf en omdat we een relatief kleine groep waren, heb ik zelf aan de oefeningen in de cursus meegedaan. Ik moet toch weten wat ik de cursisten aandoe! Ook was ik benieuwd wat er uit zou komen.
We begonnen de week met een verlangensoefening, bedoeld om eens te kijken naar je diepste wensen en verlangens. De oefening gold als een soort basis. De filosofen e.a. die vervolgens aan bod kwamen konden dit verlangensplaatje eventueel verdiepen, aanscherpen of wijzigen.
De verlangensoefening: ga na wat je verlangens en wensen zijn; doe dit door een projectiescherm in de toekomst te creëren (bijvoorbeeld: stel je je leven voor over 15 of 20 jaar) waarop je die verlangens en wensen kunt projecteren, in eerste instantie zonder enig praktisch bezwaar. Aan de hand van de volgende vier vragen:
.1 Hoe woon ik?
.2 Wat doe ik?
.3 Met wie leef ik?
.4 Hoe leef ik? Met wat voor levensinstelling?
Mijn verlangenplaatje voor de toekomst zag er als volgt uit:
Ad 1: In Frankrijk, groot pand, retraiteoord, een filosofisch klooster, met ruimte voor anderen die zich een tijdje filosofisch willen terugtrekken.
Ad 2: Filosofische activiteiten (alleen die waar ik zin in heb), met anderen (gesprekken, leesgroepen, cursussen etc) en alleen (studie, schrijven); filosofie als manier van leven.
Ad 3: Met geliefde & anderen, - wisselend, zoals in zomerweek, maar dan het hele jaar door. (Ik ga er van uit dat Harrie tegen die tijd op zichzelf woont.)
Ad 4: Een gewoon leven, vrij van ambitie (daartoe eerst mijn ambities kwijtraken, door ze uit te voeren), met opgeruimd gemoed.
Aan het einde van de week, op vrijdagmiddag, heb ik de volgende vragen gesteld:
. Geven de filosofen aanleiding tot aanscherping of wijziging van je verlangens?
. Wat heb je geleerd deze week? Welke punten (gedachten, opvattingen, vragen etc) zou je willen vasthouden?
Mijn eigen antwoord op deze vragen luidde in het kort:
. Rogers: omgeving scheppen als geschikte groeiomgeving, voor mijzelf en voor anderen (bijv in filosofisch klooster)
. Kierkegaard: hartstocht als motor van groeiproces
- ketenen van de plicht verbreken
. Boeddhisme: de kracht van mededogen
- bij mijn gevoelens etc (kunnen) blijven, zonder me er door te laten meevoeren
. Bataille: grenservaringen opzoeken
. Sloterdijk: de alliantie van intelligentie & creativiteit/ woede verbreken, als conditie voor mijn woedeproject
- vrijgevigheid van woede aanboren, om vrij van ambities & obsessies te geraken
8 juni 2008
Opvoeden is ook: Harrie iets leren, en hem de wereld laten ontdekken, in het voetspoor van zijn ontluikende nieuwsgierigheid. ‘Wat is dat nou?’ Het maakt ook voor mij de wereld weer minder vanzelfsprekend. Wat is er leuker dan door kinderogen opnieuw naar alledaagse dingen en gebeurtenissen te kijken! Zoals het inschuiven van een hoge kraan in de straat (‘dichtmaken’ in de woorden van Harrie) of het geluid van een losse tegel in het trottoir. Harrie ontdekt de wereld en ik ben graag zijn assistent.
Het is ondertussen mooi weer en dus tijd voor speeltuin, kinderboerderij, strand en andere buitenterreinen. De afgelopen maanden, zeker bij enigszins guur weer, was een van de favoriete plekken van Harrie het Tropenmuseum (op een paar honderd meter van waar we wonen). Ik schat dat hij ruimschoots in aanmerking komt voor de eretitel van jongste, meest fervente museumbezoeker van het jaar! Meestal op eigen verzoek. Het museumrestaurant speelt uiteraard een rol, maar niet alleen. Hij kijkt zijn ogen uit: kastjes, poppen, maskers, licht- en videoknopjes; het museum staat vol met snuisterijen die zijn aandacht hebben. Een soort speeltuin maar dan anders.
Wonderlijk om te beseffen dat het kleine aapje nog van alles kan worden, wat betreft levensbeschouwing. Niemand wordt immers geboren als gelovige. Weliswaar is hij qua karakter/temperament geen tabula rasa – ook Harrie blijkt het een en ander te hebben geërfd van zijn ouders - , maar wel w.b. geloof of levensopvatting. Ik kan me slecht voorstellen dat een kind ter wereld komt met een predispositie voor het christendom, de islam of een seculiere levensinstelling, - om maar iets te noemen. Daarin speelt opvoeding dus een hoofdrol. Zeiden de jezuïeten niet: geef mij de eerste 5 jaren van uw kind en de rest mag u zelf doen? Tegelijk biedt het ook hoop: kinderen hoeven niet noodzakelijk het verleden voort te zetten!