Amsterdam is een attractie rijker: het Outsider Art Museum,
als onderdeel van de Hermitage Amsterdam. Verfrissend. Ongepolijst. De kracht
van onbekommerde verbeelding. Zelfs mijn zoontje, met wie ik er vandaag een bezoek
bracht, liep er met enthousiasme rond.
Hij vond de kleine draadwerkjes van Shota Katsube het
mooist.
Ik vond het moeilijk kiezen. Het keramische werk van
Shinichi Sawada sprak mij bijzonder aan.
Evenals de tekeningen van Marie Suzuki.
Ook stonden er enkele prachtige beelden.
En veel ander werk dat de moeite waard is.
Het is een internationaal gezelschap dat op dit moment exposeert,
met een flink aandeel van Japanse kunstenaars.
Het oogt als een feestje. Sommige tekeningen geven blijk van
een nogal vol of enigszins verward hoofd, maar dat maakt het niet minder
fascinerend.
Wat mij bijzonder beviel was dat het werk het pretentieuze
miste van veel officiële kunst, en dat deed mij wederom argeloos kijken. Ik kon
me zomaar voorstellen dat het voor beginnende kunstenaars een weldaad zou zijn
om ermee in aanraking te komen. Ben benieuwd of dit nieuwe museum hier in
Amsterdam nog zijn sporen gaat achterlaten.
Outsider kunst wordt omschreven als kunst van de
buitencategorie: zij valt buiten kunsthistorisch vastgestelde en goed te keuren stromingen, en
wordt gemaakt door autodidacten, door mensen met psychische beperkingen (maar
zeker niet alleen), door creatievelingen die zich weinig tot niets aantrekken van wat zou moeten om in aanmerking te komen voor het label ‘kunst’. Het werk ziet er uit alsof het is gemaakt met veel plezier in verbeelding, met grote inzet en toewijding, en
met hier en daar een obsessie. Het heeft op mij de uitwerking van een
uitnodiging: om de eigen ‘waanzin’ te gaan onderzoeken.
Op een van de muren stond een motto van Aristoteles dat me
aansprak: ‘Het doel van kunst is niet om de uiterlijke verschijning van de
dingen te representeren, maar hun innerlijke betekenis.’
De relatie innerlijk/uiterlijk maakt het werk ontwapenend.