26 juni was een gedenkwaardige dag voor fans, en ik ben er
een van: 20 jaar geleden kwam ‘Harry Potter en de Steen der Wijzen’ uit. De eerste van een serie die kan worden bestempeld als een monument van sprankelende creativiteit. Het heeft mij weer plezier doen hebben in het lezen van fictie!
Fantasy voor kinderen en verlate volwassenen? Ik vraag me af: waarom de Harry Potter serie niet beschouwen
als hoogstaande literatuur? Beter nog: de schrijfster van deze wonderlijke saga, J.K.
Rowling, verdient de Nobelprijs voor de literatuur!
De wereld, of werelden die worden opgeroepen in de serie
stellen tal van belangwekkende thema’s aan de orde: de strijd van goed tegen
kwaadaardigheid; menselijk potentieel en de overwinning van hindernissen; de
wondere wereld van natuur én fantasie, etc.
Zelfs politiek en maatschappijkritiek zijn aanwezig. Denk
aan (in)tolerantie, standsverschillen (de arrogantie van Draco Malfidus) en de perverse poging
om ‘modderbloedjes’ te verwijderen uit de Hogeschool voor Hekserij en
Hocus-Pocus.
Het meest fascinerende thema is wat mij betreft het contrast
tussen de nuchtere, fantasieloze wereld van de Dreuzels versus de magische wereld
van Zweinstein. Het contrast valt dagelijks waar te nemen. Bij elkaar genomen vormen ze het ultieme decor voor de heldhaftige onderneming van Harry.
De verhalen lees ik ook als subtiele kritiek op het geloof
in paranormale zaken, en wel door de boel heel serieus te nemen en tot het
uiterste door te voeren (zoals het gebazel van professor Zwamdrift, lerares in
Waarzeggerij), waardoor het niet anders dan fantasie blijkt te kunnen zijn. Een
subversieve move van de bedenkster van deze grandioze fantasiewereld!
Harry Potter bewijst wat mij betreft dat God bestaat, en wel in de verbeelding. Wie gegrepen wordt door de magie van Zweinstein is niet ver verwijderd van het geloof in bovennatuurlijke krachten, met dit verschil dat iedere lezer weet dat hij in een fabel verkeert. Nu de godgelovigen nog.
En dan niet te vergeten: de stijl. Rowling is de
oppertovenaar! Zij incarneert de magie van creativiteit. Wanneer ik de boeken
lees, ben ik soms stomverbaasd over haar vindingrijkheid. Geweldig.
Het boeiendst blijft de queeste in etappes van de held-in-wording. Natuurlijk
wint Harry telkens weer van Voldemort, maar de vraag is hoe, en wat hij per keer tegenkomt, aan gevaren, draken en andere obstakels. Deze rijkgeschakeerde queeste maakt het verhaal tot een moderne mythe, te meer daar het toneel van de handelingen slechts enkele stations verwijderd is van onze alledaagse werkelijkheid. Niet ergens in een buitenwijk van het heelal, maar in een woud en kasteel op treinafstand.
Overigens, ook petje af voor de vertaler, Wiebe Buddingh.
Behalve dat de boeken lezen als een trein, heeft hij ook gezorgd voor prachtige
vernederlandsingen: ‘dreuzel’, ‘Zweinstein’, ‘Wemel’, etc. Het draagt bij aan het feest van de verbeelding dat de saga is.
Anyway, doe mij maar een potje Zwerkbal! ;-)