Aantek (VII). Toekomstig denken & de vraag naar vooruitgang
Een toekomst voorbij de traditionele religies als ideaal poneren laadt natuurlijk de verdenking op zich van naïviteit en utopisme, zeker wanneer je daarbij uitgaat van een nieuwe generatie religies. Inderdaad. Wat mij evenwel interesseert om te onderzoeken – ik wil het niet te snel opgeven – , zijn de volgende vragen: wat is nodig om dat ideaal realiteit te laten worden? En wanneer het irrealistisch blijkt te zijn, waarom dan? Waarom zou het onmogelijk zijn om een levenswijze en een beschaving te realiseren welke de traditionele religies achter zich hebben gelaten?
Kun je met het oog op de toekomst spreken van vooruitgang? Naar puur menselijke maat misschien, ja. Ik leef liever in een open, democratische samenleving dan in een religieuze dictatuur, om maar iets te noemen. Ook al is het mogelijk dat we ooit weer in zwaar repressieve tijden komen te leven, we hebben weet van wat wenselijk is. Wanneer je het concept ‘wenselijkheid’ accepteert, veronderstel je een ideaal, en de mogelijkheid van een meer en minder. Je kunt vooruitgang boeken ten aanzien van een ideaal.
Het criterium van de menselijke maat zou ik in samenspraak willen brengen met een beschouwingswijze die het menselijke in een breder en oorspronkelijker kader plaatst: een evolutionair perspectief.
Theoretici van evolutie-in-het-algemeen blijven erop hameren dat ‘vooruitgang’ in dit reeds miljarden jaren durende proces geen betekenis heeft, behalve in zoverre een soort zich succesvol weet aan te passen aan nieuwe of veranderde omstandigheden. Mijn vraag: geldt hetzelfde voor culturele evolutie, d.w.z. de evolutie waarin mensen een hoofdrol spelen?
Zijn wij niet de enige soort die de processen waar we zelf onderdeel van uitmaken kunnen begrijpen (tot op zekere hoogte) en (daardoor) kunnen bijsturen, in een door ons gewenste richting (in zoverre we de impact van die wenselijkheid kunnen overzien)? M.a.w. krijgt ‘vooruitgang’ niet een andere betekenis en zin in het kader van culturele evolutie, vergeleken met dat van evolutie-in-het-algemeen?
Hoe het ook zij, aanpassing aan nieuwe of veranderende omstandigheden blijft ook voor mensen en hun culturen een onontkoombaar criterium, zo lijkt me. Gemeten aan dit criterium kun je zeggen dat er culturele gewoontes, denkwijzen en levensbeschouwingen bestaan die ouderwets zijn, want niet in staat stellend tot succesvolle aanpassing. Met hetzelfde criterium kun je spreken van een noodzaak om referentiekaders etc te herzien of opnieuw uit te vinden, met het oog op een levenswijze en cultuur met toekomst. (Dit laatste is wat mij drijft.)
Een speculatieve oprisping: alles wat leeft ‘wil’ een bloeiend leven. Een boomzaadje heeft als ‘doel’, in aanleg: een volgroeide, bloeiende boom worden. Ook als dat niet lukt, blijft dat ‘doel’ geldig; het is verondersteld in ‘niet-lukken’.
Geldt niet hetzelfde voor mensen. De vraag is: wat is voor mensen, wat is voor mij een bloeiend leven? Gelukkig is daarop geen eenduidig antwoord.
Dieren en planten verschillen in de mate dat zij iets kunnen doen om dat bloeiende leven te bevorderen of om hindernissen uit de weg te ruimen, maar zij blijven in hoge mate afhankelijk van hun omstandigheden. Mensen hebben in de loop van hun evolutie de capaciteit verworven om hun ontwikkeling zelf ter hand te nemen. (De vraag naar zin en doel van het leven is inherent aan de zin en het doel van het menselijk leven. Anders gezegd: een bloeiend leven is voor mensen een open vraag; hem stellen maakt er onderdeel van uit.) Ook hebben we meer en meer greep gekregen op onze omstandigheden: we kunnen iets doen aan ons ongeluk. (Waar een boomzaadje afhankelijk is van de plek waar het wortel schiet of en in welke mate het zal uitgroeien tot een bloeiende boom, zo zijn mensen in staat hun eigen bos te organiseren.)
Is dat geen vooruitgang? Is het geen vooruitgang (vergeleken met dieren en planten, en met eerdere stadia van menselijke ontwikkeling) dat mensen meer en meer inzicht hebben ontwikkeld in de processen waarin ze verkeren, met als gevolg dat ze die processen ten eigen bate kunnen aanwenden of bijsturen?
(Is dat inzicht niet de enige zinvolle betekenis van wat ‘Verlichting’ heet? En als dat zo is, hoe kan men dan bezwaar maken tegen Verlichting? Dat bezwaar (welk ook) is immers zelf een bijdrage eraan! Een bijdrage aan een metabewustzijn wat betreft de processen waarin we verkeren. Met name het getuige zijn van het functioneren zelf van ons bewustzijn, inclusief magie en zelfbegoocheling: is dat niet de grote, niet te onderschatten winst ten aanzien van de afgelopen millennia, wat betreft cultureel-menselijke evolutie?)
3 reacties:
Op 11 mei 2008 om 21:56 , Anoniem zei...
Waarom zou je in je gedroomde toekomst een plaats inruimen voor religie? Hebben de godsdiensten in het verleden al niet genoeg ellende aangericht? En het gaat maar door! Als je dan toch een ideaal voor de toekomst wilt formuleren, waarom dan niet zonder sprookjes die gelovigen maar al te serieus blijken te nemen?
Arie Bulhof
Op 12 mei 2008 om 17:11 , Dries Boele zei...
Ik denk dat religie de sleutel is tot aanstaande cultureel-evolutionaire veranderingen. Zij vormt de bottleneck voor een stap verder. Veel, zoniet alles, draait in deze tijd om religie; het valt moeilijk te ontkennen. Mij lijkt het dan ook beter om religie mee te nemen in het denken over een levenswijze en cultuur met toekomst. Daar komt bij dat in religie (als fenomeen) aspecten van menszijn en in-de-wereld-zijn worden gecultiveerd die onmisbaar zijn voor een bloeiend leven.
Moeilijkheid, zoals ik al eerder heb proberen te verduidelijken, is de gebruikelijke gelijkstelling van religie met godsdienst. Die gelijkstelling lijkt me onnodig, en ook onhoudbaar. Alleen al de etymologische betekenis van beide woorden duidt op een verschil: ‘religare’ heeft de betekenis van herverbinden, terwijl ‘godsdienst’ zegt wat het zegt: het dienen van een god; is dat hetzelfde? Dat talen als het Frans en het Engels zo pover zijn dat zij slechts één woord voor beide betekenissen beschikbaar hebben, geeft hen daarom nog geen gelijk in het vereenzelvigen van ‘religie’ en ‘godsdienst’.
Dus, wat mij betreft, is er nog veel speelruimte buiten godsdienst om invulling te geven aan religie. Dit vergt het nodige omdenken, en ook creativiteit, maar is het daarom onmogelijk? Wenselijk lijk het me in ieder geval. Precies omdat er in naam van religie altijd veel ellende is aangericht, lijkt het me juist zaak om haar te vernieuwen, en wel om meer van dergelijke ellende in de toekomst te voorkomen (in ieder geval niet meer in naam van een religie).
Reden genoeg om religie serieus te nemen als vehikel voor verandering. We zullen dan wel afscheid moeten nemen van de traditionele religies, maar ik begrijp dat je daar niet om zal treuren.
Op 14 mei 2008 om 10:55 , Anoniem zei...
Beste Dries,
Is dit denken in termen van toekomst en ideaal niet een vlucht uit het leven in het hier en nu? Is er überhaupt leven buiten het hier en nu? Waarom dan een ideaal nastreven dat zo ver af staat van de huidige realiteit? Wat heeft het voor zin om in de toekomst te leven? Nutteloze dromerij. Leef nu!
Pascal Jansens
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage