Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

dinsdag 8 april 2008

Aantek (III): Het kinderloze denken

.
Hoe vitaal en levenslustig is filosofie? Gemeten naar de mate waarin liefde, erotiek en de natuurlijke gevolgen daarvan onderwerp van denken zijn, valt het ergste te vrezen. In filosofie lijkt het wel alsof we allemaal bij toverslag ter wereld zijn gekomen. Er wordt zeer zelden gewag gemaakt van voortplanting, terwijl het toch een onverbiddelijke noodzaak is voor ons bestaan. Immers, zonder mijn ouders zou ik er niet zijn, en dat geldt ook voor mijn nageslacht, -allemaal te evident om over het hoofd te kunnen zien. Procreo ergo sum. En toch, er is nauwelijks een spoor van te vinden in filosofie. Hoe kunnen lichamelijkheid, seksualiteit en voortplanting geen issue zijn? Wat is de reden dat ze er zo bekaaid van af komen in filosofie?

Hoeveel van de beroemde filosofen hebben zich daadwerkelijk voortgeplant? Hoeveel van hen hebben ooit een poepluier bij de hand gehad, behalve toen ze zelf nog klein en hulpeloos waren? Hebben niet velen van hen een kinderloos leven geleid? Ik denk aan: Plato, Epicurus (de vader van het hedonisme), Epiktetos de stoïcijn, Augustinus, Thomas van Aquino (de huisfilosoof van de katholieke kerk), Erasmus, Leibniz, Spinoza, Kant, Schopenhauer (‘het ergste komt nog’), Kierkegaard, J.S. Mill, Nietzsche, Wittgenstein, Sartre (de kampioen van het vrijheidsdenken), De Beauvoir, Arendt, Foucault, Irigaray (de denkster van seksuele differentie), Deleuze,... Toch geen onbelangrijke namen in de geschiedenis van de filosofie!

Wat betekent het dat een flink deel van een cultuurbepalende elite kinderloos dacht? Er is nauwelijks een cultuurgebied te noemen waarin zo’n groot percentage van de grootheden zich niet heeft voortgeplant. (Behalve wellicht in sommige spirituele tradities – zoals de katholieke kerk en het boeddhisme.) Hoe gezond is dat voor de cultuur? Wat betekent het voor het mens- en wereldbeeld dat in filosofie wordt geëxploreerd? Is ascetisme een basistrek van het Westerse denken? Hoe levenliefhebbend is het denken dat zich niet bekommerd om hetgeen in het leven van de meeste mensen een hoofdrol speelt?

Wat is het belang voor filosofen, voor filosofie, om kinderloos te denken?

6 reacties:

  • Op 9 april 2008 om 10:42 , Anonymous Anoniem zei...

    Bedoel je te zeggen dat filosofen/mensen zonder kinderen niet volwaardig denken?? Is dat niet wat simpel...
    Selma Jacobs

     
  • Op 11 april 2008 om 14:49 , Blogger Dries Boele zei...

    Beste Selma,
    Het is niet mijn bedoeling om het al-dan-niet-hebben van kinderen aan de orde stellen. Er zijn een paar dingen in filosofie die mij opvallen, en ik vraag mij af hoe dat komt.
    Sinds ik zelf ouder ben (en dat is nog niet zo lang), zijn heel wat zaken in een ander perspectief komen te staan. Kwesties als groei, zorg, verantwoordelijkheid en plicht met name. Ook is het leven aanzienlijk complexer geworden, en simpeler tegelijkertijd. Het valt me dan op dat deze kwesties niet of nauwelijks aan bod komen in een flink deel van de filosofie.
    Verder valt me telkens weer de ascetische tendens op in menige filosofie, zeker wanneer je met een levenslustige blik leest. Een soort schraalheid.
    Heeft het een en ander misschien met elkaar te maken?
    Je kunt het leven nog zo zeer koppelen aan ideeën als het ‘goede’, het ‘ware’ en het ‘schone’, maar het gaat in eerste instantie om overleven en voortplanting, zoals voor alle levende wezens geldt. Het merkwaardige is dat ik in filosofie zelden dit basale besef ontwaar. Integendeel, het geestelijke lijkt een eigen leven te leiden. Hoe komt dat?
    Zou het kunnen dat de ene levensstijl (bijv met kinderen) andere dingen onder de aandacht brengt dan een andere levensstijl (zonder kinderen)?
    Ouderschap heeft bij mij voor een ‘aarding’ gezorgd waardoor het belang van geestelijke activiteiten wordt gerelativeerd. Alsof de vlucht in het ‘geestrijke’ een compensatie was voor het gebrek aan ‘aarding’. Alsof, andersom, er ‘boven’ bij komt wanneer het ‘onder’ ontbreekt. En toch begint alles in het zich voortzettende aardse leven, van geboorte naar geboorte, - dat is me duidelijker geworden dan ooit. Een relativering van het geestelijke dus, door het te relateren aan een basaal gegeven dat kennelijk gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. In filosofie althans.
    Dit zijn wat dingen die me beginnen op te vallen.

     
  • Op 22 april 2008 om 00:21 , Blogger Jant zei...

    Dag Dries,
    Dit vind ik een mooi thema. Ik vermoed dat je ontdekking waar is. Zelf heb ik geen kinderen, echter door mijn werk wel altijd bezig geweest met ouders en hun gehandicapte kind. De laatste 10 jaar met name het kind (en volwassene) met een vorm van autisme. Dit heeft mij altijd "aards" gehouden. Bij tijd en wijle heb ik behoefte aan spiritualiteit en filosofie. Om op een andere manier naar de dingen te kunnen kijken, gevoed te worden, dieper dan de dingen in de waan van de dag. Wist je dat er voor de normaal intelligente mens met autisme een psycho-educatieve training is, gebaseerd op de Socratische gespreksvoering? Dit heet "Ik ben speciaal" (van de Belg Peter Vermeulen). Degene die deze training geeft gebruikt de "SocrAUtische" gespreksvoering.
    Zou het kunnen zijn dat veel filosofen geen kinderen hadden/hebben, omdat het veel nadenken over de dingen je weerhoudt van het op je nemen van deze grote verantwoordelijkheid. Als je passievol in het geestelijke bezig bent is er geen ruimte voor teveel aards... zoals monniken...en het is ook goed zo...het is een andere bron...? Trouwens wel geweldig dat je een kind hebt gekregen! Gefeliciteerd. En voor jou blijkbaar een noodzakelijke gebeurtenis om eens los te kunnen komen van alleen het geestelijke. Er zijn toch wel filosofen die over lichamelijkheid, gevoelens en emoties, de liefde hebben geschreven? Kierkegaard, Foucault, de Beauvoir, Martha Nussbaum?
    Maar misschien niet op de manier die jij bedoelt.
    Aldus, een eerste reactie mijnerzijds,
    met groet Jant

     
  • Op 29 april 2008 om 14:04 , Anonymous Anoniem zei...

    Beste Dries,
    Als overleven en voortplanten ons diepste drijfveer is dan hup met de filosofen... 'met de poten de modder in'. Observeren, denken en er gevoelens bij hebben waarover gesproken of gechreven wordt is een optie. Enigszins schraal en op zijn minst met onthechte trekjes. Althans zo ervaar ik mijn leven tot een jaar geleden toen er kinderen in mijn leven kwamen. Ik voel aanwezigheid, macht, zorg, emotie, verantwoordelijkheid en verstoring drukken. Ik beleef de wereld anders. Alsof ik meer leef. Gatver, ik kan er niet meer onderuit. Zwaar maar waar. Soms voel ik dat ik bepaalde deeltjes van het pakket niet wil hebben. En precies daar zit de crux... Daar krijgt zelfkennis wel of niet een gouden strik. Maar goed, het blijft een optie. Een optie waarbij je vooraf niet weet waar je aan begint, wat je krijgt, wat je had, wat je mist... Ik weet van mezelf dat ik een mens ben. De geleerden die je noemt zijn dat ook. Ik hoop dat ze dit thema doorvoeld hebben. Ik gun het ze. Neemt niet weg dat ze vrij zijn keuzes te maken en daarmee vorm geven aan hun weg naar wijsheid. En da's een groot goed. Maar niet altijd bruikbaar in een andere context. Ze inspireren zodat wij onze eigen levenskunst kunnen vormgeven.
    Groeten, Twan

     
  • Op 29 april 2008 om 14:17 , Anonymous Anoniem zei...

    Deel twee: wat is dan het belang... een doordachte kruising va egoisme en zelfopoffering ten gunste van de samenleving en het nageslacht van de andere mens. Groeten, Twan

     
  • Op 2 mei 2008 om 23:58 , Blogger Dries Boele zei...

    Beste Jant en Twan,
    Waarom een flink aantal toonaangevende filosofen kinderloos is gebleven zou ik niet durven zeggen. Was het hun wens? Meenden ze beter te kunnen denken zonder kinderen? Achtten ze het geestelijke belangrijker dan het aardse? Hebben ze zich in het geestelijke gestort ter compensatie? Ik zou het niet weten. Zelf heb ik altijd vanuit het alledaagse willen denken. Met onaardse geestelijkheid heb ik niets, - nooit gehad ook. Wil filosoferen (voor mij) van betekenis zijn, dan dient het betrokken te zijn op, of minstens een link te hebben met het leven zoals we dat dagelijks leven; zoniet, dan zie ik niet wat de zin ervan is. Daarom ben ik jarenlang voornamelijk met praktische filosofie bezig geweest, hetgeen ik later heb uitgebreid naar levenskunst en aanverwante kwesties. Het leven geeft te denken; waarom zou je anders? Toch gaf het ouder worden er weer een nieuwe dimensie aan, een die ik voor die tijd niet zoveel aandacht had gegeven: verantwoordelijkheid, zorg, plicht, e.d. Eerder ging ik tamelijk vanzelfsprekend uit van volwassenen: mensen die aanspreekbaar zijn op hun eigen verantwoordelijkheid en die voor zichzelf weten te zorgen, zoals ik dat zelf ook doe. Ze kunnen enige hulp nodig hebben, maar het blijven volwassenen. Ook hechtte ik boven alles waarde aan vrijheid en zelfbeschikking. Met een kind komen deze kwesties in een ander licht te staan; het is immers in hoge mate afhankelijk van de zorg en onwederzijdse aandacht van zijn ouders, en dat voor lange tijd. Vind ik dat vervelend? Nee, integendeel, maar het vergt wel een omschakeling, waar ik even aan heb moeten wennen. De macht der gewoonte was groot.
    Ik ben het met Twan eens: sinds ik ouder ben, voel ik me meer leven. Ondergedompeld in de stroom van het leven, in plaats van er in te participeren met ruime uitwijkmogelijkheid (door regelmatig vakantie te nemen van de eisen van het leven), - maar het zou kunnen dat een dergelijke overgang vooral met mij te maken heeft. Ik kan me voorstellen dat anderen die betrokkenheid ook beleven door de directe zorg voor anderen (zoals Jant aangeeft). Voor mij kwam zorg c.s. pas echt in mijn leven met het ouder worden.
    Wat ik bijzonder vond bij de geboorte van mijn zoontje: er kwam toekomst in mijn leven, letterlijk, met de komst van een vervolggeneratie, in de persoon van Harrie. Eerder was toekomst een abstractie, iets waar ik me niet erg druk over maakte: ik leef nu, de toekomst is later; wie dan leeft, wie dan zorgt. Dat is veranderd. Het heden doet er nog steeds toe, uiteraard, maar met een blik vooruit. Het is een van de redenen voor mijn werk geworden: bijdragen aan een toekomst die ik mijn zoontje toewens. Heel persoonlijk en dagelijks, door voor hem te zorgen, maar ook breder: met het oog op de kwaliteit van de omgeving, de maatschappij, de cultuur: zij vormen het klimaat voor onze beleving en bepalen onze ontplooiingsopties. Hoe kan ik met mijn werk (in brede zin) bijdragen aan een optimaal leefklimaat? Natuurlijk is mijn invloed beperkt, maar toch, het zet wel een fors stempel op wat ik nu doe en waarom.
    Is het denken van filosofen zonder kinderen hiermee niet meer de moeite waard? Allerminst. Zij zullen andere aspecten onder de aandacht brengen. Wat me evenwel begon op te vallen was de afwezigheid van (aandacht voor) thema’s die ik sinds enige tijd belangrijk ben gaan vinden. Ik vraag me bijvoorbeeld af of de kampioen van het vrijheidsdenken, Sartre, had kunnen denken zoals hij deed, wanneer hij kinderen zou hebben gehad. Dat neemt niet weg dat ik zijn denken nog steeds uitdagend vind. Wel zal ik nu andere tegenargumenten formuleren dan eerder.

     

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage