Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

zondag 21 oktober 2007

Kort (II)

In een artikel, getiteld ‘Het tweede paspoort’ (Trouw, 13-10-07) bepleit Paul Cliteur dat we burgers worden met twee ‘paspoorten’. ‘Het ene maakt dat we deel uitmaken van een religieuze gemeenschap, met het andere [paspoort] worden we Nederlands staatsburger. En dat heeft in beginsel niets met religie te maken.’ Het gaat Cliteur in het artikel om het laatste: het ‘religieusneutrale Nederlandse staatsburgerschap’. We zouden daar te weinig aandacht aan besteden, terwijl het juist gaat om de vraag hoe een solide basis te creëren voor het onderlinge verkeer van mensen met verschillende culturele en religieuze achtergrond.
Op zich een aardig beeld, dat van die twee paspoorten, maar hoe zit het dan met seculieren? Behoor ik als seculier ook tot een religieuze gemeenschap? Of heb ik bij ontstentenis van zo’n gemeenschap geen recht op dat eerste paspoort? Als ik er twee wil, wat moet ik dan doen?
In een tijd waarin religieuze identiteiten steeds duidelijker op de voorgrond treden dreigt een groot deel van de bevolking zonder religieuze identiteit, de seculieren, onzichtbaar te worden.

Het secularisme schiet tekort als levensinstelling, weet niet te inspireren tot een bloeiend leven. Derhalve is het geen optie voor mensen die hun godsgeloof vaarwel willen zeggen en op zoek zijn naar een nieuw, eigentijds en vruchtbaar alternatief. Wil het secularisme meer zijn dan atheïsme, d.w.z. een afwijzing van wat anderen geloven, dan zal het religie serieus moeten nemen, om te zien met welke elementen het zich kan veredelen.

Zonder geestelijke beroering is het getemde leven van mensen saai.

Shankara schrijft in Het Opperste Juweel van Wijsheid: ‘Een wijs man is iemand die begrijpt dat het wezen van brahman en van atman zuiver bewustzijn is, en die hun absolute eenheid beseft. De eenheid van brahman en atman wordt in honderden heilige teksten bevestigd.’ Ik zou dit willen lezen als: voor een mens is er zoiets mogelijk als ‘zuiver bewustzijn’ en in die staat van geest wordt de werkelijkheid van wereld en persoon beide in eenheid ervaren, voorbij de dagelijks ervaren veelvuldigheid en veranderlijkheid. Mooi.
Wanneer we dan het volgende lezen: ‘Hoewel brahman één is, is hij de oorzaak van het vele. Een andere oorzaak is er niet. Toch is brahman onafhankelijk van de wet van oorzaak en gevolg. Van dien aard is brahman en ‘gij zijt Dat’. Mediteer in uw bewustzijn over deze waarheid.’ Dan begrijp ik dat men in een staat van geest kan geraken waarin men zich onafhankelijk ervaart van de wereld waarin causaliteit geldt.
Dan ontgaat me toch één ding: hoe brahman de oorzaak van het vele kan zijn? Hier wordt een ontologische uitspraak gedaan, terwijl er m.i. niets anders aan de hand is dan een psychologische toestand. Hoe wijs is iemand die beide door elkaar haalt?

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage