7. Bezwaren tegen religie?
Mijn pleidooi voor een seculiere religie veronderstelt dat het zinvol ja zelfs noodzakelijk is om religie op de agenda van het toekomstdenken te houden, en dat zelfs seculieren zich er mee bezig zouden moeten houden. Maar is dat zo? Waarom zou je aandacht blijven besteden aan dit oeroude fenomeen? Het is goed voorstelbaar dat velen (en met name seculieren, uiteraard) blij zijn met een terugdringen van de rol van religie in het persoonlijke en culturele leven en dat zij hopen op het verdwijnen ervan. Als dat zo is, wat zijn dan de bezwaren? Waarom zou het goed zijn als religie zou verdwijnen?
(Eerdere kwesties blijven open staan voor commentaar. Niet alleen ‘Wat te verstaan onder ‘religie’?’ (6), maar ook andere. Dus: wie nog wil reageren, prima!)
11 reacties:
Op 9 juli 2007 om 23:56 , Anoniem zei...
Daar kan ik kort over zijn: mijn bezwaar (andere bezwaren heb ik niet) tegen
geïnstitutionaliseerde religie is dat zij, wanneer problemen in het dagelijks leven in conflict komen met de voorgeschreven regels ten aanzien van het hiernamaals sine qua non voor het laatste kiezen, en daarmee maatschappelijke onrechtvaardigheid en individueel of groepsleed legitimeren. Zoals weergegeven door Jacob Pot van de CU in het debat over abortus: "Het gaat niet om de vraag of je gelukkige kinderen op de wereld brengt. Ook is het niet van belang of ongewenst zwangere vrouwen gelukkig zijn na het afstaan van hun kind". Ik begrijp niet dat een religieus leven niet te combineren zou zijn met maatschappelijk welbevinden en rechtvaardigheid (zie ook de recente fatwa die de paus heeft uitgesproken over Amnesty International; dát is pas een gotspe!). Indien dit wel het geval is, zijn de regels van religie blijkbaar verkeerd.
Isabella van Friesland.
Op 11 juli 2007 om 16:02 , Anoniem zei...
Mijn bezwaar tegen religies is dat zij patriarchaal denken. Misschien zijn er uitzonderingen, maar ik ken ze niet. Alle gaan uit van mannelijke dominantie; wat vrouwen willen of mogen wordt daaraan ondergeschikt gemaakt.
Het duidelijkst is dat natuurlijk in het katholicisme, waarin vrouwen ronduit zijn uitgesloten van elke priesterlijke functie; ze mogen hulpdiensten verrichten, een leidende rol als geestelijke zullen zij nooit spelen, op welk niveau dan ook. Het is nog niet zo lang geleden dat de katholieke kerk grote macht had, wat betreft het aantal kinderen dat vrouwen geacht werden te baren. Gelukkig is die macht enigszins teruggedrongen, maar in hun standpunten over contraceptie probeert een celibataire priesterkaste nog steeds zeggenschap te hebben over de seksualiteit van vrouwen.
Het patriarchale denken geldt evenzeer voor de islam. Dat wordt onmiddellijk zichtbaar in de moskee. Vrouwen krijgen er een aparte gebedsruimte toegewezen, uit het zicht van mannen (hun aanwezigheid in dezelfde ruimte mocht mannen eens op onvrome gedachten brengen...). Ook heb ik nog nooit gehoord van een vrouwelijke imam. Om nog maar te zwijgen van de ongelijke behandeling onder de sjaria. En als ik zie hoe moslima’s zich volkomen onzichtbaar maken in alles bedekkende kleding, inclusief gezichtsbedekking (de niqab dus), dan is duidelijk waar deze religie in extremo toe leidt: zelfverachting van vrouwen.
Ook in boeddhisme of jodendom worden vrouwen niet serieus genomen. Of beter gezegd: zij wordt serieus genomen vanuit een patriarchaal waardesysteem, waarin mannen de dienst uitmaken en bepalen wat zij nodig hebben van vrouwen. (Lees er de joodse wetten op na, en met name de plichten en beperkingen waaraan getrouwde vrouwen worden onderworpen.) Van gelijkwaardigheid is geen sprake. Geestelijke leiders zijn allen van het mannelijke geslacht (ook in het boeddhisme). Kennelijk worden vrouwen niet in de gelegenheid gesteld om zich ‘geestelijk’ voldoende te ontwikkelen en op de voorgrond te treden. (Of moeten we zeggen dat vrouwen geen talent hebben voor religies die door mannen in het leven zijn geroepen?)
Reinheidswetten komen in tal van religies voor. Alsof je als vrouw de smerigheid zelve bent. Neem een uitspraak uit een laatmiddeleeuws, kerkelijk geschrift, het Malleus maleficarum: `Een vrouw is vleselijker dan een man, zoals duidelijk wordt gemaakt door haar vele vleselijke gruwelen.' Geen commentaar nodig, lijkt me.
De man-gecentreerdheid van religies blijkt doorgaans reeds uit hun heilige teksten, waarin vrouwen zelden onderwerp van gezegde zijn, maar aanhangsel van de persoon die wordt aangesproken: ‘gelovigen en hun vrouwen’. Oftewel: de vrouw als onderdaan waarover beslist wordt door haar man. Een kleine illustratie uit de Koran, welke met enige variatie ook terug te vinden is in andere heilige boeken: ‘Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allah de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen Allah onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en tuchtigt haar.’ (Hst 4, vers 35)
Goed, laat ik niet alle vrouwvijandige misstanden op gaan lepelen. Die zijn voldoende bekend, neem ik aan. Religies zijn ontstaan in patriarchale werelden, en hun praktijken en opvattingen reproduceren patriarchale verhoudingen. Als je als vrouw traditionele bescherming wilt, in een traditionele rol als huisvrouw en moeder, dan zit je goed in de bestaande religies; zo niet, dan heb je er weinig te zoeken.
Selma Jacobs
Op 16 juli 2007 om 23:46 , Anoniem zei...
Extreme vormen van religie hebben de neiging om het wij/zij-denken te cultiveren. Dat scheidt mensen. Het creëert schisma’s en vijandschap. Samenleven wordt er niet prettiger op. In het ergste geval bevecht men elkaar op leven en dood, met religie als criterium voor solidariteit dan wel vijandschap. Maar er is dan meer aan de hand dan louter religieuze onenigheid. Bij godsdienstoorlogen spelen andere factoren de hoofdrol: economie, demografie, discriminatie, onrechtvaardige politiek, etc; godsdienst is de ideologische verpakking. (Ik zou wensen dat religies zo in elkaar zouden steken dat zij zich niet zouden lenen voor een dergelijke rol.)
In samenlevingen zoals de onze (met een redelijke verdeling van welvaart en kansen, - ik weet, het kan beter, maar toch) is er niet echt reden voor wij/zij-denken. Strenggelovigen vormen slechts een minderheid binnen de verschillende bevolkingsgroepen. En radikalinski’s zijn er nog minder. Hun vijanddenken vindt geen weerklank, blijft een curiositeit. De meeste mensen zijn niet bereid om hun kans op welvaart en op een betere toekomst (voor henzelf en voor hun kinderen) op het spel te zetten ter wille van geloofszaken. Houden zo, zou ik zeggen.
In situaties van grote onrechtvaardigheid krijgen extremisten de kans. Dan ook kan religie een rol gaan spelen in het verzet. Dat soort situaties moeten we vermijden, niet door religie te bestrijden, maar de onrechtvaardigheid.
Maarten van Diest
Op 17 juli 2007 om 09:52 , Anoniem zei...
Sommige bezwaren tegen religie lijken me haast te evident voor woorden. Zoals: het antropomorfisme van god. Goden die naar het evenbeeld van mensen zijn gecreëerd, dóór mensen. Of naar hun ideaalbeeld of wens (zoals god als liefde of als de rechtvaardige). Of goden die een uitvergroting zijn van een bestaansaspect (zoals schepping of vernietiging). Vooral in polytheïstische godsdiensten is het werk van de menselijke verbeelding erg zichtbaar: een aspect van de werkelijkheid wordt vergoddelijkt. Maar in de diverse varianten van monotheïsme is het al niet veel anders: het Al-Ene, het Mysterieuze, het Onbenoembare, etc, - allemaal zaken die wij mensen kunnen denken of juist niet, en dat dan tot god verheven. Het goddelijke: niets menselijks is het vreemd!
Ik heb nooit begrepen hoe het kan dat mensen niet massaal inzien dat goden een projectie zijn en een creatie van henzelf.
Harry te Velde
Op 18 juli 2007 om 10:56 , Anoniem zei...
‘Het is niet in strijd met de Koran...’ ‘Het is niet in strijd met de Bijbel...’ ‘Het is niet in strijd met de Thora...’ Mijn bezwaar tegen religie is de gehoorzaamheid aan een tekst. Hoe is het mogelijk dat mensen (mensen!) zich zo onderdanig maken aan een tekst! Ik kan het niet anders zien dan als mensonwaardig. Ieder heeft toch zijn of haar eigen verstand! Hoe kun je dat dan niet gebruiken? Hoe kunnen mensen een tekst belangrijker maken dan ervaringen en het leven zelf!? Hoe kun je je oordeel zozeer onderwerpen aan een tekst en deze verheffen tot externe autoriteit waaraan je je eigen oordeel ondergeschikt maakt? Het doet mij denken aan honden die gehoorzaam zijn aan hun baasje: wat hij ook zegt, hoe hij ook scheldt of commandeert, hondlief doet het of laat het zich welgevallen. Religie maakt van mensen onkritische volgelingen. Hoe kunnen heilige boeken van een alwetende God komen? Ze staan vol met wetenschappelijke fouten! Ik weet er zijn ook mensen die heilige boeken anders lezen. Zoals de schrijver Kader Abdolah, die de Koran vooral leest als een mooi boek, als literatuur. Maar helaas, dergelijke vrijgeesten zijn een uitzondering. De meeste gelovigen gaan nog steeds uit van heilige boeken, als richtingaanwijzer voor het leven, gedicteerd vanuit de hemel. Maar wat levert het op? Kijk naar de ellende in de wereld. Wordt de meeste ellende niet aangericht door mensen die hun ziel verkocht hebben aan een religie? Religie maakt stupide. En dat begint, helaas, in de opvoeding. Kijk naar kinderen in het ultrareligieuze midwesten van de VS, die in hun hoofd gestampt krijgen (met liedjes en al) dat Darwin apenkolder had of was, en dat God toch de wereld geschapen heeft, want het staat in Genesis! Kijk naar kinderen in madrassas, waar ze onderwijs krijgen in verstandsverbijstering: de Koran uit het hoofd leren! Wat moet dat worden?! Het gebruik van het eigen verstand wordt er besmet met onvoorwaardelijk ontzag voor een externe waarheid; zelfs een kritische lezing is onbespreekbaar. Wat heeft dat nog met menswaardigheid te maken?
Benjamin Wüst
Op 18 juli 2007 om 14:11 , Anoniem zei...
Bezwaren tegen religie? Geen. Jammer alleen dat sommigen het goddelijke zo buiten zichzelf plaatsen, terwijl het in ons allen zit. Maar goed, je zou dat ook kunnen opvatten als een manier om devotie mogelijk te maken. Het is immers lastig om iets in jezelf te aanbidden. Door er een god of godin van te maken, met persoonlijke trekken, kunnen wij onze behoefte aan devotie, lyriek en verering ergens naar richten.
Simone Noort
Op 19 juli 2007 om 13:39 , Anoniem zei...
Beste Simone,
Het goddelijke in je: ik heb nooit begrepen wat daarmee bedoeld wordt. Kun je er iets meer over zeggen?
Maxime J
Op 20 juli 2007 om 10:25 , Anoniem zei...
Beste Maxime,
Ik geef toe, het is vaag: het goddelijke in ons. Ik had ook kunnen zeggen: het universele in ieder individu, maar dat is net zo vaag. Laat ik het proberen te verhelderen met een citaat van de filosoof Otto Duintjer:
‘Een westers journalist heeft eens een onderzoekje gedaan door in diverse landen aan kinderen te vragen wáár ze dachten dat God wel zou zijn. Volgens hem wijzen kinderen uit westerse landen dan omhoog, terwijl kinderen uit oosterse landen met hun hand naar hun hart wijzen. Globaal gesproken treft dit zeker een punt, al valt op zo’n generalisatie natuurlijk wel wat af te dingen. Het verraste mij al een beetje dat westerse kinderen heden ten dage meteen raad lijken te weten met zo’n vraag over ‘God’. Voor zover de typering op heel de westerse cultuur betrokken zou worden, kunnen enige tegenvoorbeelden genoemd worden van westerse filosofen bij wie wel sprake is van goddelijke presentie in ons innerlijk (Heraclitus, Plato, Augustinus, Eckhart, Pascal). Misschien hebben beide verwijzingen (naar ‘boven’ en naar ‘binnen’) in oorsprong ook wel iets gemeenschappelijks : dat in het horizontaal zichtbare vlak de godheid niet apart viel te betrappen. Hoe dat zij, het is zeker zo dat God-in-ons in oosterse landen een algemener herkend uitgangspunt is dan in het westen. Een positief gevolg daarvan lijkt me dat in oosterse spiritualiteit meer nadruk wordt gelegd op bewustzijn, eigen ervaring en werken aan jezelf.
Overigens kan bij die vraag van de journalist op zich zelf nog worden aangetekend dat lokalisering van het goddelijke, waar dan ook, sowieso slechts heel betrekkelijke zin kan hebben. Persoonlijk heb ik trouwens het vermoeden dat in onze tijd een ander ‘Godsbesef ’ relevant kan worden, waarbij het woord God een aanduiding wordt voor de onuitputtelijke werkelijkheid zelf waarin we ons bevinden. Dan is de vraag “waar is God?” even onzinnig als de vraag “waar is de werkelijkheid?”’
(Het citaat komt uit een artikel getiteld: “De innerlijke weg”: hoezo?)
Verheldert dit iets?
Groet, Simone Noort
Op 24 juli 2007 om 14:19 , Anoniem zei...
Bezwaar tegen religie is dat zij smeerolie is (geworden) van de markteconomie, zeg maar: het globaliserende kapitalisme. Enkele jaren verscheen er een boek dat ik erg verhelderend vind op dit punt: ‘Spiritualiteit in de uitverkoop’, geschreven door Jeremy Carrette en Richard King.
Peter de Gier
Op 26 juli 2007 om 10:05 , Dries Boele zei...
Een poosje geleden ben ik begonnen in ‘Spiritualiteit in de uitverkoop’. Verder dan de inleiding ben ik nog niet gekomen. Het belooft een interessante kritiek op de vermarkting van spiritualiteit en religie, als onderdeel van de welzijnsindustrie, gericht op de burger als consument in de spirituele supermarkt. Zo ongeveer. Plus een kritiek op het neoliberalisme. De huidige (aandacht voor) spiritualiteit zou een product zijn van dat neoliberalisme: om mensen tevreden te houden en efficiënter te maken. Carrette & King spreken zelfs van ‘kapitalistische spiritualiteit’. Dikke woorden, maar ook intrigerend. Ik zal me er zeker nog meer in verdiepen.
Wat sprak jou aan in het boek?
Op 29 juli 2007 om 00:25 , Anoniem zei...
Zal erover nadenken. Kom later terug op wat mij aansprak in het boek van Carrette & King. Het biedt zonder meer aanknopingspunten voor de thematiek van deze weblog (als je tenminste niet naïef de goeroes van deze tijd wilt achternalopen, en nog belangrijker: geen simpele speelbal wilt zijn in de handen van de neoliberale ‘esprit’). Nu eerst op vakantie. In good spirits: salut! A bientôt,
Peter
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage