Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

maandag 15 september 2008

db (vanaf 15 september)

.
30 september 2008

Gisteren ‘Zwarte Maandag’. Wallstreet zwaar in de rode cijfers, evenals andere beurzen in de wereld. Onvoorstelbare bedragen die in één dag in het niets zijn verdwenen. En de financiële crisis duurt al even. Instortende banken. Ingrijpende overheden. Reddingsplannen die niet door gaan, of nauwelijks effect hebben. Woedende burgers, met name in de VS, die hun banktegoeden of pensioenen zien verdampen. Anderen die hun huis uit moeten omdat ze de hypotheek niet meer kunnen betalen. Woede ook omdat ze getroffen worden door de gevolgen van onverantwoorde risico’s door banken en het egoïstische graaien van beurshandelaren. Over megaverdienende CEO’s die hun hachje redden en proberen om zelfs uit deze crisis een slaatje te slaan door zich te verzekeren van miljoenen. Links en ook rechts klinkt de roep om het temmen van het ‘financiële beest’, maar wie zal het doen?
In deze tijden van bestaansonzekerheid, in een wereld die al zijn vaste coördinaten lijkt te verliezen door globalisering, geopolitieke verschuivingen en smeltende ijskappen, kan ik me de behoefte voorstellen aan een omstandigheden en veranderingen transcenderende instantie, welke zekerheid en veiligheid biedt, door er altijd te zijn, door immer eender te zijn, en door garant te staan voor liefde en rechtvaardigheid. Een betrouwbare, almachtige en alleswetende instantie. Een God dus. En in zijn intellectuele variant: een metafysische vaste bodem met onbetwistbare ijkpunten, als een denkbeeldige rots onder de woelige wateren van het bestaan; een toevluchtsoord voor vlottend denken, vertwijfeling en angstige vragen.
Een andere behoefte die ik me in deze tijden kan voorstellen is die aan een instantie, dezelfde wellicht, welke daadwerkelijk zorgt voor fairness en rechtvaardigheid in de wereld, ook en vooral wanneer menselijke instellingen, zoals overheden en parlementen, nalatig zijn. Een almachtige instantie die straft wanneer rijken zich nog meer verrijken ten koste van de ellende van gewone burgers. Die een register bijhoudt waarin de slechteriken van deze wereld voor altijd staan opgetekend. Die zorgt voor een hel voor al diegenen die het leven van anderen tot een hel maken zonder dat ze daarvoor terecht staan. Zo!
Ik kan me die behoeften voorstellen ja, terwijl we in Europa nauwelijks de gevolgen ondervinden van deze ontwikkelingen. Althans, nog niet... De vrees ervoor doet reeds wonderen!
Moet ik het betreuren dat een dergelijke instantie niet bestaat, behalve in de verbeelding der onmachtigen, berooiden en bevreesden? (En wellicht ook in de verhalen van degenen die deze verbeeldingsmacht weten te benutten...)




22 september 2008

Gisteren was ik jarig en de tijd heeft me onverbiddelijk het rijk der vijftigers in gedreven. Heb de dag van mijn verjaardag grotendeels in Parijs doorgebracht, en famille, op terugreis van onze vakantie in de Vogezen. Het was schitterend weer. Harrie wist natuurlijk niet wat ‘Parijs’ was toen we hem in de dagen ervoor zeiden dat we er naar toe zouden gaan (hij wilde liever naar de zandbak), maar toen we er waren vond hij het fantastisch. Wij alledrie trouwens. Zaterdag en zondag hebben we er rondgelopen. Bekend terrein, maar fijn om dat met elkaar te visiteren.
We logeerden bij Jocelyne en Marcel, in Ormesson sur Marne, een buitenplaats onder de rook van Parijs, en tegelijk aan de rand van landelijk groen. Jocelyne ken ik al ruim 32 jaar... Onze ontmoeting, op mijn 17de, heeft grote gevolgen gehad voor het leven dat ik de afgelopen decennia heb geleid en voor de persoon die ik ben geworden.
Parijs, het is toch de stad waar ik het liefst verblijf, méér dan Amsterdam of New York, - al zou ik graag het jaar wisselend in alledrie doorbrengen, met af en toe een tussenstop in groene rustgebieden zoals de Ecolonie; wie weet valt daar de komende jaren iets aan te doen. Parijs doet me dromen. Je m’y sens à l’aise.
Mijn 49ste levensjaar was zonder twijfel een vruchtbaar jaar. Misschien is dat nog niet zo gebleken in werk, maar in termen van houding of uitgangspositie des te meer. Het is alsof ik in het afgelopen jaar werkelijk in mijn kracht ben geraakt. Als een creatieve machine die eindelijk goed staat afgesteld, met een zo breed mogelijk bereik ter realisering van een aantal potenties. Heb tal van kleine doch belangrijke stappen gezet: verschuivingen, bijstellingen, verdiepingen, zelfaanvaardingen etc. Het komende jaar zal de effectiviteit ervan moeten blijken. Als levensjaren een motto zouden moeten meekrijgen dan zou dat voor het komende jaar zijn: vrijgevigheid, op alle niveaus. Ik heb het een en ander om te delen.
Het begon goed. Toen we zaterdag Parijs inreden en naar een parkeergarage zochten in het Quartier Latin, reed ik per ongeluk een busbaan op waar ik niet meer van af kon. Aan het einde van de baan stond de politie de ‘verkeerdrijders’ op te wachten: 90 euro boete. Had ik liever aan iets anders uitgegeven...
Als Aristoteles gelijk heeft met te zeggen dat een mens op zijn 49ste zijn geestelijke vermogens voluit beleeft – hetgeen ik een jaar geleden bijzonder prettig vond om te lezen - , dan zou dat betekenen dat vanaf dit jaar een neergang is ingezet... Definitief over de top. Richting aftakeling en dood. Ben gelukkig teveel epicurist om mij erg druk te maken over wat komen gaat. Wie dan leeft wie dan zorgt, immers. En tegen die tijd zal ik mij om andere zaken bekommeren dan nu. Dus, waarom er mijn stemming door te laten vergallen!
Het vieren van mijn verjaardag heb ik voorlopig uitgesteld vanwege ‘familiale omstandigheden’, zoals dat heet.
Terug in Amsterdam ligt van alles op me te wachten: post, een volle emailbox, werkafspraken. Vandaag Harriedag: prettig als overgang. En vanavond een vergadering met het ‘filorol’-groepje. We zullen een beslissing nemen over het designontwerp voor de doos voor de filosofische WC-rol die we dit najaar gaan produceren, - een project om filosofie een nuchtere en luchtige draai te geven! Goed voor de geestelijke hygiëne na een halve eeuw leven.




15 september 2008

Op vakantie met gezinnetje in Noordoost Frankrijk. Net als vorig jaar verblijven we enige weken in de Ecolonie (Hennezel), een ecologische leefgemeenschap en een oase van rust, gezondheid en bio-agrarische nijverheid. We doen het kalm aan. Het weer is wisselend. De meeste bezienswaardigheden in de directe omgeving hebben we reeds gezien en zijn niet echt de moeite van een tweede visite waard. Behalve uit verveling, maar dan blijven we liever in de Ecolonie, waar Harrie kan spelen in de zandbak en in de gemeenschappelijke ruimte, alwaar de nodige blokjes, puzzels en boekjes voorhanden zijn.

Gisteren hebben we het amfitheater van Grand bezocht: gallo-romeinse resten uit de eerste eeuwen van de verkeerde jaartelling. Opvallend dat hier nog geen prestigieus museum is verrezen, zoals elders in Frankrijk, waar soms schamele opgravingen reeds voldoende zijn om een oudheidkundig paleis uit de grond te stampen (ik denk aan het museum voor Keltische stukjes aardewerk in de Bourgogne). In het tijdperk van toeristische geeuwhonger met teveel geld probeert ieder dorp zijn lokale beroemdheid uit te laten groeien tot held van wereldformaat. Uiteraard heeft Grand meer reden tot uitvergroting, aangezien er eeuwen geleden een Romeins garnizoen was gevestigd. De plaats was in de Oudheid evenwel zo belangrijk dat het rond 400 werd verlaten en eeuwenlang werd overgelaten aan weer, wind en biologische aanwas, zodat het in de 19de eeuw weer kon worden opgegraven. Laten we zeggen: aardig als je een zondagmiddag toch niets te doen hebt.

Eerder deze week hebben we de beroemde kerk van Le Corbusier bezocht: La Chapelle Notre-Dame du Haut in Ronchamp. Dat was werkelijk indrukwekkend. Het gebouw kende ik al jaren van plaatjes uit artikelen en architectuurboeken. Zoals je ook de piramiden allang gezien hebt voordat je er geweest bent. De kans bestond dus dat het een afknapper zou worden, of simpelweg een vergelijkend warenonderzoek: de realiteit klopt met de plaatjes. Dit maal was het anders. De ruimtelijke werking van het gebouw van Le Corbusier blijkt niet in een foto te kunnen worden gevangen. Niet alleen de plek is bijzonder, bovenop een berg, omgeven door een groene uitgestrektheid tot aan de horizon. Ook het gebouw zelf: een enorm sculptuur, dat gecreÎerd lijkt te zijn volgens één principe: nergens symmetrie. Voor het eerst heb ik een gebouw in beton en cement gezien dat werkelijk mooi is. Een contrast dat me erg aansprak was dat tussen organische vormen en het harde materiaal.
De binnenruimte beleefde ik als buitengewoon indrukwekkend. Sacraal, inderdaad. Vanuit alle plekken ziet de ruimte er anders uit, en toch in dezelfde sfeer. Heb een tijdlang in de ruimte verkeerd, gestaan vooral, op verschillende plekken, en de omgeving op me in laten werken. Elders in de ruimte zaten twee Japanse jonge vrouwen, een voor de kaarsen, de ander bij de niche links van het altaar. In stilte. Alsof we met onze aanwezigheid de werking van de ruimte versterkten.
‘Que la religion vive!’ dacht ik, toen ik zelf een kaarsje aanstak, maar dan anders dan we gewend zijn.
Het gebouw was kunst zoals die mijn voorkeur heeft: om het bestaan te vieren. Kunst die tegelijk sacraal is. Er is zoveel kunst, zo veelsoortig; waarom zou ik van alle houden? De kunst die ik apprecieer, boven het vele leuke en bizarre, is celebrerend. Het bestaan vieren in creativiteit. De goddelijke waanzin à la Plato is een minimumvereiste.
Ondanks de verwijzingen naar Maria in beeld en gebrandschilderde teksten (‘mère de Dieu’ e.d.) was het voor mij het eerste kerkgebouw dat zonder meer ook dienst zou kunnen doen als sacrale plek voor seculiere religie. Een plek voor God, niet in joods-christelijke zin, maar God als het bestaan wanneer wij het vieren.
In Nietzsche’s ‘Der tolle Mensch’ roept de onheilige dwaas uit: wat zijn deze kerken dan nog als zij niet de grafkelders van God zijn! Het zou mij een leven waard zijn als diezelfde kerken (en ook andere religieuze gebouwen) ooit tot plekken zouden worden getransformeerd waar we in God het bestaan zouden vieren!
De kerk van Le Corbusier in Ronchamp is reeds zo’n plek.

1 reacties:

  • Op 14 oktober 2008 om 14:22 , Anonymous Anoniem zei...

    Wel, een God is niet echt nodig om een economische ramp te voorkomen en geldhandelaren te straffen. Het financiële monster kan door regeringen worden getemd, zoals blijkt uit het bankenplan dat het afgelopen weekend in Parijs is beklonken! Ik vraag me af of een God daar ooit toe in staat was geweest...

    Met vriendelijke groet, Arie Bulhof

     

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage