Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

dinsdag 11 juli 2017

De vervreemding van het Christendom

Het Christendom is een geschiedenis van basale vervreemding, om te beginnen geologisch en cultureel. Jezus leefde zijn leven, verrichtte zijn daden en bracht zijn boodschap in een ver land, een niet-Europese biotoop, met een ander klimaat en een (voor ons) vreemde cultuur. Uitheemse gelovigen moeten een taal, oorsprongsmythen en rituelen aanleren, willen ze zich ermee vertrouwd voelen.

De natuur wordt anders beleefd, wanneer je het Midden-Oosten vergelijkt met Noordwest-Europa, bijvoorbeeld, simpelweg omdat de natuur er anders is, en dat komt tot uitdrukking in de taal van verbeelding en waardering. Is de natuur ons vijandig? In de woestijn, ja. Geldt dat ook voor de plek waar de meeste christenen wonen?

Voor gelovigen is en blijft het ‘heilige land’ een elders. Zij worden er niet door omringd, groeien er niet in op, worden er niet door gevoed; het bevindt zich op imaginaire afstand. Natuurlijk zou zijn dat het eigen land 'heilig land' zou worden, inclusief mythen en rituelen die maken dat we er met respect mee omgaan, maar dat is sterk bemoeilijkt doordat het 'heilige land' elders is.

Iets soortgelijks geldt voor de geschiedenis van het eigen volk, als bron van inspiratie en mythologie. Bij christenen moet zij concurreren met de geschiedenis van een ander volk, zoals verhaald in een heilig boek, de Bijbel: die geschiedenis is niet de levende geschiedenis van de volkeren waartoe christenen behoren. (Hierdoor mist zowel de ene als de andere geschiedenis de dynamiek van mythevorming, of moet een gedeelte ervan overlaten aan de concurrent.)

Als gevolg van deze vervreemding, dienen christelijke mythen, symbolen en rituelen die hun wortels hadden in het alledaagse allegorisch te worden uitgelegd, losgesneden van hun levensbron en buiten de existentiële context waarin ze ontstonden. Dit maakt het Christendom tot een boom met de wortels in de lucht.

Niet vreemd dat deze basale vervreemding gemakkelijk leidt tot dogmatisme en orthodoxie: om niet te verstarren mist men de veranderlijkheid en dynamiek van de natuurlijke habitat. In plaats van mythen etc aan te passen aan veranderende omstandigheden, houdt men vast aan teksten, met opvattingen en metaforen waaraan ontheemding wordt ontzegd. Een tekst alleen biedt nooit genoeg bodem om je thuis te voelen in de wereld en het leven. Teveel geest.

En welke gevolgen heeft deze vervreemding voor de omgang met de eigen habitat, de verbondenheid met de natuur waar we deel van uitmaken en waarvan we afhankelijk zijn voor ons overleven en welzijn (en niet te vergeten: dat van de flora en fauna zelf)?

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage