Levenskunst, filosofie & seculiere spiritualiteit/ Dries Boele

vrijdag 22 januari 2016

In Amsterdam mijn berghut


Mijn woning is aan het Spaarndammerplantsoen. Zij is mijn berghut. Behalve dat het wonen er nog steeds relatief goedkoop is en mij in staat stelt om zonder hoge vaste lasten tamelijk gemakkelijk te leven, is het een ideale plek: in de stad, met veel groen voor en achter mijn huis, dichtbij het centrum, en toch rustig, wonend in architectuur die me na al die jaren nog steeds niet verveelt: Amsterdamse School, - Michel de Klerk heeft er iets moois van gemaakt! Het enige nadeel is de beperkte ruimte, maar daar valt mee te leven. Het plantsoen is mijn tuin.

Gekomen van het platteland, uit een boerendorp, ben ik ooit een stadsmens geworden, en dat blijf ik met plezier, zeker in een woonsituatie die stad en groen verenigt! Ik hou van de levendigheid van de stad, het gekrioel van mensen, en het schurende van het verschil. Ik hou van haar rusteloosheid en onvoorspelbaarheid, het telkens nieuwe, altijd in verandering. Heb deze inspirerende chaos nodig, om niet al te evenwichtig te worden. Ik hou van het rauwe en de schoonheid van mijn stad, van de gekken en de feestvarkens, van de ergernis en de vriendelijkheid. Ja, ik hou van het lef en het licht, de kleuren en de duistere kantjes, het eigenzinnige en quasi-unieke. Ik hou van de culturele rijkdom van Amsterdam, zijn rijke en glorieuze geschiedenis, en zijn vrijzinnigheid, nog steeds: ik ben er trots op! Graag draag ik bij aan haar verdere bloei!

Heerlijk om voor elke stemming een plek te hebben in deze stad: hoe ik me ook voel, er is altijd wel een bijpassende locatie te vinden die er de veruiterlijking van is, en die als een soort katalysator versterkt wat me bezig houdt: van Artis (met al die verre familie) tot het Van Gogh-museum (mijn tempel!), van het Allard Pierson (met zijn oudheden) tot de openbare bibliotheek (waar ik alles kan vinden wat het internet niet kan bieden) en het Stedelijk (even mentaal opfrissen), en van de buurtboerderij tot een van de vele cafés met elk hun eigen couleur locale, plus de parken. En op straat uiteraard: met de fiets linksom of rechtsom, er zijn vele wegen, en ook omwegen, om simpelweg te gaan, of te bewandelen! En als ik ver weg wil maar niet kan, ga ik in de eerste klas restauratie zitten van het Centraal Station; het geeft toch het gevoel op weg te zijn naar elders.

En altijd keer ik ook weer terug naar mijn berghut. Ik kan er rustig werken. Mijn zoontje voelt er zich thuis. Over mijn geliefden en vrienden zal ik niet uitweiden; dat blijft privé. En over mijn benedenbuurman niets dan aardigs.

Wat me bevalt aan het wonen op eenzelfde plek gedurende lange tijd (enkele decennia reeds), is het zien voltrekken van tal van veranderingen vanuit een vast punt: de verkleurende buurt, andere winkels, nieuwe buren, opgroeiende kinderen, de samenstelling van de bevolking, het park (onherkenbaar veranderd), de uitbreiding van het centrum, en de bouw van een hele nieuwe woonwijk (de Houthaven), beginnend enkele straten verderop. Van een vergeten uithoek in de stad, met nauwelijks een reden om te bezoeken (behalve de architectuur van de Amsterdamse School!), is de buurt zich aan het ontpoppen tot een toplocatie, die binnen enkele jaren zal gaan behoren tot het levendige hart van Amsterdam! Ben benieuwd hoe het zal gaan worden!

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage